Moerbei kweken is iets waar je jarenlang plezier van kunt hebben, als je het goed aanpakt. De vruchten van deze struik of boom zijn niet alleen eetbaar, maar ook heel rijk aan smaak en voedingsstoffen. Als je een zonnig plekje in de tuin hebt en wat geduld, dan kan een moerbeiplant een heerlijke aanvulling zijn op je eigen oogst. Omdat moerbeien tweehuizig kunnen zijn, heb je meestal een mannelijke én een vrouwelijke plant nodig voor bestuiving, tenzij je een zelfbestuivend ras koopt. In dit artikel gaan we uit van een combinatie van beide, zodat je een rijke oogst krijgt.

De moerbei wordt in Nederland en België nog niet veel aangeplant, maar dat zou eigenlijk veel vaker mogen gebeuren. Het is een sterke plant, met weinig eisen, zolang hij maar zon krijgt en ruimte om te groeien. De vruchten kun je rauw eten, verwerken in jam, drogen of invriezen. Ze zijn kwetsbaar, dus vers van de struik zijn ze op hun best. De plant zelf is winterhard, maar jonge scheuten kunnen bij late vorst wel wat bescherming gebruiken. In deze handleiding lees je hoe je zelf moerbeien kunt kweken en hoe je ze het hele jaar door goed verzorgt.

Hoe moerbei kweken?

Als je moerbei wilt kweken, begin je het best met jonge planten die je in het voorjaar of vroege najaar in de volle grond zet. Let erop dat je een mannelijke en vrouwelijke plant hebt, tenzij je een zelfbestuivend ras kiest. Geef ze een zonnige plek en een losse, voedzame bodem. Moerbeien wortelen diep, dus geef ze ruimte en plant ze niet te dicht bij muren of terrassen.

Stap 1, Moerbeiplanten planten

Voordat je gaat planten, is het belangrijk om de grond goed los te maken. Graaf een ruim plantgat van ongeveer zestig bij zestig centimeter en werk compost of goed verteerde mest door de aarde. De wortels moeten zich makkelijk kunnen verspreiden. Moerbeien houden van humusrijke, licht kalkhoudende grond, maar kunnen op vrijwel elke tuingrond groeien zolang die goed waterdoorlatend is.

De beste tijd om moerbeien te planten is het vroege voorjaar, net voordat de plant uitloopt. Ook het najaar, zodra de bladeren zijn gevallen, is een geschikt moment. In beide gevallen heeft de plant nog voldoende tijd om te wortelen voordat het groeiseizoen begint of de winter aanbreekt.

Hoewel moerbeien vooral via stekken of jonge planten worden opgekweekt, kun je ze ook zaaien. Dat vraagt wel wat meer geduld. De zaden hebben kou nodig om te kiemen. Je kunt ze in een bakje met vochtige aarde zetten en deze in de koelkast bewaren voor zes tot acht weken, daarna buiten uitplanten in een zaaibed.

Moerbei in pot kweken kan, maar is niet ideaal. De plant maakt diepe wortels en heeft ruimte nodig. Als je toch een pot wilt gebruiken, kies dan een heel ruime kuip met minimaal vijftig liter inhoud. Zorg voor een goede afwatering en geef regelmatig voeding. Houd er rekening mee dat de plant in pot gevoeliger is voor droogte en vorst.

Na het planten geef je royaal water en dek je de grond rondom af met mulch of bladeren. Dit houdt vocht vast en beschermt de jonge wortels tegen temperatuurschommelingen. Zet de plant op een plek met minstens zes uur zon per dag, want alleen dan vormt hij voldoende vruchten.

Tot slot is het verstandig om meteen een stevige steunpaal te plaatsen bij jonge planten. Moerbeien kunnen flinke struiken of bomen worden, dus je wilt dat ze recht en stabiel groeien.

Moerbei verzorgen

Stap 2, Verzorging

Een moerbeiplant heeft niet veel verzorging nodig, maar regelmaat helpt. Geef in droge perioden ruim water, zeker de eerste twee jaar na aanplant. Als de bladeren slap gaan hangen, is dat een teken dat de plant dorst heeft.

In het voorjaar geef je een handje organische mest of compost. Dat geeft een rustige voeding zonder de plant te forceren. Vermijd stikstofrijke mest, want dan krijg je wel veel blad maar minder vruchten. Herhaal eventueel een lichte gift in de zomer.

Moerbeien kunnen behoorlijk goed tegen kou, maar jonge scheuten zijn gevoelig voor late nachtvorst in april en mei. Bedek ze bij dreigende vorst met een vliesdoek of jute. In de winter kan een mulchlaag van bladeren of stro de wortelkluit beschermen tegen strenge kou.

In het voorjaar bloeit de plant met onopvallende bloempjes. Als je een mannelijke en een vrouwelijke plant hebt, zal de vrouwelijke plant na bestuiving vrucht gaan dragen. Bij sommige rassen volstaat één plant als die zelfbestuivend is, maar met twee planten ben je altijd zeker van vruchtzetting.

Moerbeien doen het goed in combinatieteelt. Je kunt ze goed combineren met kruiden zoals citroenmelisse of met lage groenten zoals aardbeien. Deze planten houden het bodemleven actief zonder te concurreren met de diepe wortels van de moerbei.

Wisselteelt is niet echt van toepassing op houtige gewassen zoals moerbeien, maar je kunt wel de rest van de tuin afwisselend gebruiken en de omgeving rond de moerbei jaarlijks verrijken met compost en mulch. Zo houd je de grond vruchtbaar en actief.

Stap 3, Moerbei oogsten

De moerbei rijpt in de zomer, meestal vanaf eind juni tot begin augustus. De rijpe vruchten zijn zacht, donkerpaars tot bijna zwart en laten vanzelf los als je zachtjes tegen de tak tikt. Je kunt een doek of zeil onder de struik leggen en dagelijks schudden om de rijpe vruchten te verzamelen.

Let op dat je de vruchten zo snel mogelijk verwerkt of opeet. Ze bederven snel en zijn gevoelig voor kneuzing. Je kunt ze rauw eten, tot jam koken, drogen of invriezen. Pluk altijd bij droog weer om schimmelvorming te voorkomen.

Bij overvloedige oogst kun je de vruchten in porties invriezen of inmaken. Dat komt verderop in dit artikel nog uitgebreid aan bod. Het belangrijkste bij de oogst is: elke dag kijken, want rijpe moerbeien blijven niet lang goed aan de struik.

Stap 4, Moerbeiplanten snoeien

Moerbeiplanten snoei je het beste in de winter of heel vroeg in het voorjaar, als de plant in rust is. Snoei niet te laat in het voorjaar, want dan gaat de sapstroom al op gang komen en kan de plant gaan bloeden.

Verwijder dode, beschadigde of kruisende takken. Houd een open kroonstructuur aan zodat lucht en licht bij de vruchtdragende delen kunnen komen. Bij oudere planten kun je verjongingssnoei toepassen door enkele dikke takken terug te nemen.

Wees terughoudend met snoei. Moerbeien bloeien op het hout van het vorige jaar, dus als je te veel weghaalt, mis je vruchtzetting. Jaarlijks licht bijsnoeien is vaak al voldoende.

Ziekten en plagen

Moerbeien zijn redelijk sterk, maar kunnen wel last krijgen van bladluizen, spint of witte vlieg. Die kun je bestrijden met een mengsel van water en een klein beetje zachte zeep, eventueel aangevuld met een paar druppels plantaardige olie.

Bladvlekkenziekte komt soms voor, vooral bij nat weer. Zorg voor voldoende luchtcirculatie door de plant open te snoeien en voorkom dat bladeren langdurig nat blijven.

Bij vraat van vogels aan de rijpe vruchten kun je netten spannen. Let er wel op dat deze geen vogels verstrikken. Gebruik bij voorkeur netten met kleine mazen en span ze strak.

Meeldauw kan bij warm en vochtig weer ook toeslaan. Een aftreksel van heermoes of melk verdund met water helpt om dit te voorkomen of te bestrijden. Spuit dit preventief op de bladeren in het voorjaar.

Moerbeirassen die je zelf kunt kweken

Er bestaan verschillende rassen die goed geschikt zijn voor de hobbytuin. De ‘Morus nigra’ geeft heerlijke, aromatische zwarte vruchten en is goed winterhard. Deze heeft meestal bestuiving nodig.

De ‘Morus alba’ is de witte moerbei, vaak gebruikt voor de zijderups. Deze draagt witte tot roze vruchten die wat minder uitgesproken van smaak zijn, maar goed te verwerken in jam.

‘Morus rotundiloba’ is een zelfbestuivend ras met compacte groei, dus geschikt voor kleinere tuinen. Ook geschikt voor potten als je de juiste verzorging biedt.

Moerbeien oogsten

Hoe moerbei bewaren

Vers geplukte moerbeien blijven in de koelkast slechts één tot twee dagen goed. Bewaar ze los in een ondiepe schaal en dek ze af met keukenpapier, zodat ze kunnen ademen.

Invriezen is een prima manier om moerbeien langer te bewaren. Spreid ze uit op een bakplaat en vries ze eerst los in, daarna kun je ze in een zak of bak doen. Zo blijven ze tot een jaar goed in de diepvries.

Je kunt moerbeien ook drogen in een droogoven of in de zon, mits de lucht droog en warm genoeg is. Daarna bewaar je ze in een goed afgesloten glazen pot op een donkere plek, zoals de kelder. Gedroogde moerbeien blijven tot zes maanden houdbaar.

In de koelkast zijn verse moerbeien slechts een paar dagen houdbaar. In de diepvries blijven ze tot twaalf maanden goed. Gedroogd kun je ze zes tot negen maanden bewaren. Ingeweckte moerbeien op siroop of sap blijven zelfs tot twee jaar houdbaar mits koel en donker opgeslagen.

Conclusie

Moerbei kweken is een verrijking voor je tuin én je bord. Met een beetje geduld en aandacht levert deze plant jarenlang heerlijke vruchten. Zorg voor de juiste plek, combineer een mannelijke en vrouwelijke plant, geef voldoende zon en verzorging, en je wordt beloond met een rijke, zomerse oogst.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *