Oost-Indische kers kweken is iets dat ik ieder voorjaar opnieuw met plezier doe. Niet alleen omdat het een dankbare plant is die snel groeit en weinig nodig heeft, maar ook omdat je er zoveel kanten mee op kunt. Het blad is eetbaar, de bloemen zijn prachtig felgekleurd en zelfs de zaden kun je gebruiken in de keuken. Het is een plant die het goed doet in een bloemenborder, maar net zo makkelijk in een moestuin of pot op het balkon groeit.
Wat ik vooral waardeer aan Oost-Indische kers is dat het een plant is die zich niet opdringt, maar die toch opvalt. Hij groeit vrolijk over stenen randen, klimt tegen hekjes of hangt uit een bloempot. Bovendien houdt hij de bodem bedekt en schrikt hij bladluizen af. Wie eenmaal een paar planten heeft gehad, zal ze niet gauw vergeten. En met een beetje voorbereiding en zorg heb je er het hele seizoen plezier van.
Hoe Oost-Indische kers kweken?
Oost-Indische kers kweken begint met een goede voorbereiding van de plek waar je hem wilt laten groeien. Dat kan een pot zijn, een stuk volle grond in de zon of een klein stukje langs een schutting. Daarna kies je of je zaait of jonge plantjes zet. Tijdens de groei vraagt de plant nauwelijks aandacht, en als je er goed naar kijkt, weet je vanzelf wanneer het tijd is om te oogsten. Met het juiste gebruik in de keuken krijg je een pittige, peperige smaak op je bord, rechtstreeks uit eigen tuin.
Stap 1, de grond voorbereiden
Oost-Indische kers stelt weinig eisen aan de grond. In feite doet hij het zelfs beter in voedselarme grond dan in rijk bemeste bedden. Een te vruchtbare bodem zorgt voor veel bladgroei en weinig bloemen. Je begint dus het best met een lichte, goed doorlatende bodem zonder al te veel compost of mest. Gewone tuinaarde gemengd met wat zand werkt prima.
Als je kleigrond hebt, kun je de structuur verbeteren door wat grof zand of fijne lavameel onder te werken. Dat voorkomt dat de wortels verstikken bij nat weer. Het is belangrijk dat de grond luchtig blijft, want Oost-Indische kers houdt niet van natte voeten. Te natte plekken zorgen al gauw voor wortelrot, zeker bij jonge planten.
Voor potten of bakken gebruik je universele potgrond die je aanlengt met een derde deel grof zand. Let er ook op dat de potten voldoende gaten hebben onderin. Je kunt wat kleikorrels op de bodem leggen voor een betere afwatering.
Zorg ervoor dat je een plek kiest waar de planten minstens zes uur zon per dag krijgen. Halfschaduw kan ook, maar dan blijven de bloemen vaak wat achter. In de zon krijg je rijkbloeiende planten die stevig en gezond blijven.
Tot slot is het goed om de plek even los te maken met een handvork of hark. Verwijder grote stenen en maak de bovenlaag van de aarde los. Daarna kun je de zaaibedden of potten klaarzetten voor het zaaien of planten.
Stap 2, voordelen van combinatieteelt
Oost-Indische kers is een meester in combinatieteelt. Hij houdt bladluizen op afstand en trekt zweefvliegen en bijen aan. Dat maakt hem een goede buur voor allerlei gewassen. Een van de meest dankbare combinaties is met courgette of pompoen. De Oost-Indische kers groeit er vrolijk omheen, houdt onkruid tegen en schrikt ongedierte af.
Ook bij tomaten is het een slimme combinatie. De tomaten groeien omhoog, terwijl de Oost-Indische kers de bodem bedekt. Dat helpt de vochtigheid in de grond stabiel te houden. Verder kun je hem zaaien bij komkommers, maïs of zelfs tussen de aardappelen. In een bloemenborder combineert hij goed met goudsbloem, bieslook of basilicum.
In de kruidentuin werkt hij als natuurlijke bescherming tegen vraat. Omdat hij zelf snel groeit, fungeert hij als vangplant voor bladluizen. Je ziet de luis eerder op de Oost-Indische kers dan op je andere gewassen. Zo kun je ze tijdig wegknippen of wegspoelen.
Let wel op dat hij niet te dominant wordt. In een kleine bak kan hij snel andere kruiden overwoekeren. Geef hem daarom een hoekje voor zichzelf, of leid hem langs de rand van de tuin of het balkon.
En vergeet niet: hoe meer variatie je in de combinaties brengt, hoe gezonder je tuin. De Oost-Indische kers draagt daarin op een heel natuurlijke manier bij aan een evenwichtige, levendige tuin.

Stap 3, Oost-Indische kers zaaien of planten
Zaaien doe je zodra de kans op vorst voorbij is, meestal eind april of begin mei. In de volle grond maak je kleine gaatjes van ongeveer twee centimeter diep, met tussenruimte van dertig centimeter. In elk gaatje stop je één tot twee zaden. Ze kiemen snel, vaak binnen een week als het warm genoeg is.
Je kunt ook binnen voorzaaien in april. Dan gebruik je kleine potjes met luchtige aarde. Zet ze warm en licht, bijvoorbeeld op de vensterbank. Na ongeveer vier weken zijn de plantjes stevig genoeg om buiten uitgeplant te worden. Zet ze niet eerder dan half mei buiten, anders krijgen ze een klap van de kou.
Plantjes kopen is ook een optie, maar meestal zijn die niet nodig. De zaden zijn goedkoop en makkelijk te hanteren. Als je toch plantjes koopt, let dan op stevige stengels en frisgroen blad. Plant ze uit op een bewolkte dag, dan hebben ze minder stress van de overgang.
Wil je Oost-Indische kers op het balkon of in potten? Geen probleem. Gebruik ruime bakken, want de planten worden groot. Kies bij voorkeur voor hangbakken of potten op hoogte, zodat de ranken mooi naar beneden kunnen vallen. Geef ze een zonnige plek, en zorg dat de potgrond goed draineert.
Tot slot: ook op kale stukken grond doet deze plant het uitstekend. Hij groeit zelfs tussen stoeptegels als het moet, zolang hij zon en een beetje ruimte krijgt.
Stap 4, De zorg tijdens de groei
Oost-Indische kers heeft weinig zorg nodig. Geef water als het langer dan een paar dagen droog blijft. Vooral potten drogen snel uit, dus daar moet je vaker bij zijn. Laat de grond tussen de gietbeurten door licht opdrogen. Voorkom dat de wortels constant nat staan.
Voeding is nauwelijks nodig. Als je al iets wilt geven, gebruik dan een verdunde oplossing van compostthee of plantenvoeding met weinig stikstof. Te veel stikstof zorgt voor veel blad en weinig bloemen, en dat wil je vermijden.
Soms zie je dat de plant al snel in bloei komt. Dat is normaal, vooral in magere grond. Knip bloemen die je niet gebruikt regelmatig weg om nieuwe bloemvorming te stimuleren. In siertuinen laat je de bloemen gewoon staan. Ze trekken bijen en vlinders aan en maken de tuin levendig.
Let goed op luizen. Al zijn ze vaak eerder op de Oost-Indische kers dan op andere planten, het is goed om bij veel luizen een blad weg te knippen. Zo blijft de plant gezond en voorkom je verspreiding.
Als de plant te groot wordt, kun je hem gewoon bijsnoeien. Hij herstelt snel en blijft groeien tot ver in de herfst, zolang het niet vriest.
Stap 5, Oost-Indische kers oogsten
Oogsten kun je zodra de plant een beetje volume heeft. Jonge blaadjes zijn het lekkerst, ze zijn zacht en mild van smaak. Je kunt ze plukken per stuk, zonder de plant te beschadigen. Ook oudere bladeren zijn bruikbaar, maar pittiger en stugger.
De bloemen zijn eetbaar en geven een peperige, bijna mosterdachtige smaak. Ze zijn decoratief op salades of als garnering. Pluk ze in de ochtend, dan zijn ze op hun frisst. Gebruik alleen volledig geopende bloemen.
Zaden vormen zich na de bloei. Ze zijn groen, bol en groeien in groepjes van drie. Je kunt ze vers inmaken als ‘nepkappertjes’, of laten drogen voor later gebruik. Oogst ze als ze nog stevig aanvoelen en lichtgroen zijn.
Oogst bij droog weer en bij voorkeur in de ochtend. Zo vermijd je vochtige bladeren die sneller bederven. Verzamel niet te veel in één keer, zodat de plant blijft doorgroeien.
Herhaal het oogsten regelmatig. Hoe meer je plukt, hoe meer de plant zich vertakt en doorgaat met groeien.

Hoe Oost-Indische kers bewaren
Verse Oost-Indische kers gebruik je het liefst direct na het plukken. Wil je het bewaren, dan kun je de bladeren en bloemen in een vochtige doek in de koelkast leggen. Zo blijven ze één tot twee dagen goed.
Je kunt het blad ook invriezen. Was het, droog het goed af en snijd het grof. Verpak het in een goed afsluitbaar bakje of zakje. In de vriezer blijft het tot drie maanden goed, al verliest het wel wat van zijn stevigheid.
Drogen kan ook, vooral van de zaden en bloemen. Leg ze op een droge, luchtige plek uit de zon. Draai ze dagelijks om. Na ongeveer een week kun je ze luchtdicht bewaren in een glazen pot. Gedroogde bloemen en zaden zijn ongeveer een jaar houdbaar.
Hoe Oost-Indische kers in de keuken gebruiken?
De jonge blaadjes geven een pittige smaak aan salades. Ze zijn lekker in combinatie met rucola, radijs en een lichte vinaigrette. Ook fijn gesneden op een boterham met kaas komt hun karakter goed tot zijn recht.
De bloemen zijn een feestelijke toevoeging. Strooi ze over een koude pastasalade, gebruik ze als garnering bij soep of meng ze met roomkaas als kleurrijk broodbeleg. Ze zijn niet alleen decoratief, maar voegen echt smaak toe.
De groene zaden kun je inmaken met azijn, mosterdzaad en kruiden. Ze smaken dan een beetje zoals kappertjes. Gebruik ze bij vleesgerechten, op pizza of in een aardappelsalade.
Je kunt Oost-Indische kers ook verwerken tot pesto. Mix blad, noten, olie en kaas en je krijgt een pittige saus voor pasta of brood. Deze pesto is goed in te vriezen in kleine porties.
Tot slot kun je het blad ook als bedekking gebruiken bij het stomen van vis of groenten. De geur geeft een subtiele kruidigheid mee en het ziet er aantrekkelijk uit op het bord.
Conclusie
Oost-Indische kers kweken is eenvoudig, veelzijdig en dankbaar. De plant doet het goed in de volle grond, maar ook in een pot op het balkon. Door slim te combineren met andere gewassen profiteer je van zijn beschermende werking in de moestuin. Met wat zorg en aandacht levert de plant eetbare blaadjes, bloemen én zaden op die je op allerlei manieren kunt gebruiken en bewaren. Wie eenmaal Oost-Indische kers in de tuin heeft gehad, zal hem zeker opnieuw zaaien.