Lavendel kweken is iets wat je doet omdat je er echt iets mee wilt. Niet omdat het er zo gezellig uitziet in de tuin, maar omdat je weet dat je die geur, die paarse bloemetjes en die kleine blaadjes kunt gebruiken. Lavendel is een plant die zich thuis voelt in een zonovergoten hoekje en die weinig eisen stelt, zolang je begrijpt wat hij nodig heeft. Het is geen moeilijk kruid om te kweken, maar het vraagt wel een paar slimme keuzes, zeker in het begin.
In deze tekst neem ik je stap voor stap mee in het proces. Van het kiezen van de juiste grond tot het moment waarop je die geurende bloemetjes afknipt om ze te drogen of direct in een gerecht te gebruiken. En ja, deze plant kan ook gewoon in een pot, op je balkon of zelfs op een zonnige vensterbank. Met wat geduld, aandacht en liefde heb je straks je eigen voorraadje geurige lavendel, voor thee, honing, of gewoon als natuurlijke luchtverfrisser.
Hoe Lavendel kweken?
Lavendel kweken begint met het begrijpen van de plant. De plant houdt van zon, luchtige grond en een droge voet. Het is een halfheester met houtachtige stengels, die graag zijn wortels diep in de grond zet. Je kunt hem zaaien, maar je kunt ook jonge plantjes kopen. Beide manieren hebben hun charme, afhankelijk van hoeveel geduld je hebt. Wat je ook kiest: geef lavendel ruimte en tijd, en je wordt beloond met geurige bloei.
Stap 1, de grond voorbereiden
Voordat je iets zaait of plant, kijk je eerst naar de grond. Lavendel houdt van een luchtige, goed doorlatende bodem. Kleigrond is eigenlijk te zwaar, dus als dat is wat je hebt, dan moet je de aarde luchtiger maken. Meng er dan flink wat zand en eventueel wat grind of lavameel doorheen. Lavendel wil absoluut geen natte voeten, dus de afwatering is cruciaal.
Gebruik nooit verse compost of mest om de grond te verrijken. Lavendel groeit van nature in arme, droge gronden. Te veel voeding zorgt voor lange, slappe scheuten en weinig geur in het blad. Als je iets wilt toevoegen, gebruik dan wat oude potgrond of een klein beetje compost dat volledig verteerd is, maar altijd met mate.
Controleer ook de zuurtegraad van de grond. Lavendel staat het liefst in kalkrijke grond. Als je twijfelt, strooi dan wat dolomietkalk of tuin kalk over de aarde en werk het oppervlakkig in. Dit helpt ook tegen bodemverzuring, wat lavendel niet verdraagt.
Spit de grond goed om en maak hem los. Verwijder grote stenen, wortels van onkruid en zorg dat je een gelijkmatig zaaibed hebt. Laat de grond een dag of twee rusten voor je zaait of plant.
Als je in potten werkt, kies dan voor een grote, diepe pot met gaten onderin. Vul deze met een mengsel van potgrond, zand en wat fijne grind of perliet. Zet de pot op een zonnige plek en zorg dat overtollig water goed weg kan.
Stap 2, voordelen van combinatieteelt
Combinatieteelt is meer dan alleen ruimtebesparing. Lavendel heeft de eigenschap om met zijn geur bepaalde insecten te weren, wat in een moestuin goed van pas komt. Vooral bij bonen, koolsoorten en wortelgroenten doet hij goed werk. Zet lavendel bijvoorbeeld langs de rand van je kolenbed: je zult merken dat er minder witte vlieg en koolwitjes komen.
Ook bij wortelen heeft Lavendel een meerwaarde. De geur van Lavendel maskeert de geur van wortel, waardoor wortelvlieg minder snel zijn doel vindt. In combinatie met rozemarijn of tijm ontstaat een soort verdedigingslinie die tegelijk ook nog eens aantrekkelijk is voor bijen.
Lavendel trekt bestuivers aan, vooral bijen, en die zijn essentieel voor courgette, tomaat en pompoen. Door lavendel dicht bij deze groenten te zetten, vergroot je de kans op bestuiving en dus een betere oogst.
Je kunt lavendel zelfs combineren met aardbeien. Niet omdat ze elkaar direct versterken, maar omdat ze beide een zonnige plek nodig hebben en elkaar qua groeiwijze niet in de weg zitten. Lavendel zorgt voor geur, aardbei voor kleur en smaak. Een ideale match voor een eetbare siertuin.
Let wel op dat lavendel ruimte nodig heeft. Het is geen bodembedekker. Zet hem dus niet te dicht bij lage kruiden als basilicum of koriander, want die houden van meer schaduw en vocht. Lavendel vraagt het tegenovergestelde.

Stap 3, Lavendel zaaien of planten
Lavendel zaaien kan in maart of april onder glas, of vanaf mei direct in de volle grond. Het kiemt traag, soms pas na drie tot vier weken. Daarom kiezen veel mensen voor stekjes of jonge plantjes van het tuincentrum. Die zijn betrouwbaarder en sneller in groei. Als je zaait, dek het zaad dan heel licht af met zand of fijne grond en houd het licht vochtig.
Gekochte lavendelplantjes zet je vanaf half mei buiten. Zorg dat de kluit goed vochtig is vóór je plant. Graaf een ruim plantgat, zet de kluit erin en vul aan met een mengsel van zand en aarde. Druk goed aan en geef één keer flink water, daarna alleen nog als het echt droog blijft.
Lavendel in pot kweken kan prima, zeker als je weinig ruimte hebt. Gebruik een pot van minstens dertig centimeter doorsnee. Zet de pot op een zonnige, windstille plek. Geef matig water, want lavendel verdraagt droogte beter dan natte wortels. In de winter kun je de pot naar binnen halen of beschermen met noppenfolie.
In een kleine kas of op een zonnige vensterbank kun je ook lavendel kweken, al blijft hij dan compacter. De geur is dan minder uitgesproken, maar je kunt het blad en de bloemen alsnog goed gebruiken.
Let er wel op dat je lavendel niet te dicht op elkaar zet. Houd minstens dertig tot veertig centimeter tussen elke plant, zodat de lucht goed kan circuleren.
Stap 4, de zorg tijdens de groei
Lavendel is geen plant die veel water nodig heeft. Geef alleen water bij langdurige droogte, en altijd op de grond, niet over de plant. Te veel vocht zorgt voor schimmel en wortelrot. Zeker bij potten is dat belangrijk: laat het water goed weglopen.
Voeding geven doe je spaarzaam. In het voorjaar kun je een klein beetje kalkrijke mest geven, zoals lavameel of steenmeel. Daarna niets meer. Overvoeding zorgt voor te veel blad en te weinig geur. Lavendel moet een beetje honger lijden om goed te bloeien.
Als je merkt dat lavendel in bloei komt, kun je gerust genieten van de bloemen. Laat ze uitkomen als je ze wilt oogsten, maar knip ook weer op tijd terug. Bloemen die te lang blijven zitten, trekken energie uit de plant.
Verwijder af en toe dorre blaadjes of houtige takjes. Vooral in het tweede jaar kunnen takken verhouten. Knip ze lichtjes terug na de bloei, maar ga nooit tot in het oude hout. Lavendel loopt daar niet meer uit.
Controleer regelmatig op schimmels of witte vlieg, zeker als het nat en warm is. Preventief snoeien helpt. De plant lucht geven is vaak de beste bescherming tegen ziektes.
Stap 5, Lavendel oogsten
Lavendel oogst je op het moment dat de bloemen net beginnen open te gaan. Dan zit er de meeste geur en olie in de bloempjes. Knip hele stengels af, liefst op het warmste moment van de dag als de zon al een paar uur schijnt. Dan is het oliegehalte het hoogst.
Gebruik een scherpe snoeischaar en knip de stengels met ongeveer tien centimeter steel. Bind de stelen in bosjes en hang ze ondersteboven te drogen op een donkere, luchtige plek. Zo blijft de kleur en geur beter behouden.
Oogst niet alles in één keer. Laat altijd een deel staan, zodat bijen en vlinders ook nog wat hebben. Je kunt meerdere keren per jaar oogsten, vooral als je goed terugsnoeit na de bloei.
Als je lavendel jong oogst voor het blad, knip dan alleen de bovenste jonge scheuten. Die zijn malser en geuriger. De oude bladeren kun je laten zitten als beschutting voor de plant.
Voor potplanten geldt hetzelfde. Oogst met beleid en laat de plant herstellen. Te veel oogsten kan de groei verstoren, zeker bij jonge planten.

Hoe lavendel bewaren?
Je kunt lavendel goed drogen. Bind kleine bosjes en hang ze ondersteboven te drogen. Vermijd direct zonlicht, anders verliest het zijn geur. Na twee tot drie weken zijn de bloemetjes droog genoeg om van de stelen te ritsen en in een pot te bewaren.
Invriezen kan ook. Rits de bloemetjes los en doe ze in een luchtdichte zak of bakje. Gebruik ze vooral in gerechten of thee. Het aroma is iets minder uitgesproken dan bij gedroogde lavendel.
Gedroogde lavendel is in een afgesloten pot tot een jaar houdbaar, liefst donker en koel bewaard. Ingevroren Lavendel blijft ongeveer zes maanden goed, mits vacuüm verpakt zelfs iets langer.
Hoe Lavendel in de keuken gebruiken?
Lavendel is niet alleen voor geurzakjes of zeep. Je kunt het ook echt eten. De bloemetjes zijn eetbaar en geven een kruidig, licht zoet aroma aan gerechten. In de Provençaalse keuken wordt lavendel gebruikt in stoofschotels, vooral in combinatie met tijm en rozemarijn.
Je kunt lavendelbloemen toevoegen aan honing of suiker. Laat ze een week trekken en ze geven hun smaak af. Heerlijk in yoghurt, cake of zelfs over gegrilde perzik. Ook in kruidenthee doet Lavendel het goed, samen met citroenmelisse of munt.
Lavendel combineert verrassend goed met chocolade. Een paar bloemetjes door brownie- of chocoladetaartbeslag geeft een bloemige toon die je nergens anders proeft. Gebruik wel spaarzaam, het kan snel overheersen.
Je kunt ook siroop maken van lavendel. Kook water met suiker en een handje lavendelbloemen, laat het trekken en filter het. Deze siroop kun je gebruiken in limonades of cocktails.
Tot slot is lavendel ook in hartige gerechten te gebruiken. Denk aan lamsvlees of gebraden kip met een rub van lavendel, tijm, zout en knoflook. Zeker als je lavendel combineert met andere mediterrane kruiden ontstaat er een diepe, warme smaak.
Conclusie
Lavendel kweken is iets waar je even voor moet gaan zitten. Het vraagt geen grote investeringen, geen ingewikkelde toestanden, maar wel aandacht, ritme en gevoel. Wie lavendel goed begeleidt van zaad of plantje tot oogst, heeft er jaren plezier van. In de tuin, in de keuken en op z’n tijd ook in een geurend zakje in de linnenkast.
Pot 9x9 cm - Een Zee van Prachtige Lavendel in Jouw Tuin