Komkommer kweken is iets wat veel mensen in hun moestuin proberen zodra de eerste warme dagen zich aandienen. Het is een groente die je makkelijk zelf kunt telen, als je maar weet waar je op moet letten. De plant vraagt warmte, voeding en voldoende vocht, en daar moet je in ons klimaat dus een beetje bij helpen. Maar als je eenmaal een goed plekje hebt gevonden en wat ervaring hebt opgedaan, dan is het echt een dankbare plant.
In de kas groeien komkommers vaak sneller en zijn ze beter beschermd tegen ziektes, maar ook in de volle grond of zelfs op het balkon in een grote pot lukt het meestal prima. Wel is het belangrijk dat je goed voorbereid begint. Denk aan de juiste grond, een geschikte standplaats en een slimme planning van je zaaimomenten. En vergeet vooral niet te kijken welke buren in de moestuin goed samengaan met de komkommerplant.
Hoe komkommer kweken?
Komkommer kweken begint met een keuze: zaai je zelf of koop je jonge plantjes? Wie zelf zaait, kan wat eerder beginnen en heeft keuze uit meer rassen. Maar gekochte plantjes zijn vaak sterker en geven sneller opbrengst. Belangrijker nog is de plek. Komkommers houden van zon en beschutting, en ze willen graag warmte vasthouden. Heb je een kas of een beschut hoekje tegen een muur op het zuiden? Dan zit je al goed.
Stap 1, de grond voorbereiden
Een voedzame en luchtige bodem is essentieel voor het kweken van komkommers. Deze groente houdt van een rijke, goed doorlatende grond die veel organisch materiaal bevat. Spit de aarde diep om en meng er goed verteerde compost of stalmest door. Hoe losser de grond, hoe beter de wortels zich kunnen verspreiden.
Zorg ook voor een goede afwatering. Komkommers houden absoluut niet van natte voeten. Als je zware kleigrond hebt, kun je beter verhoogde bedden maken of de bodem verbeteren met wat grof zand of kokosvezel. Dat voorkomt dat het water blijft staan na een flinke regenbui.
Voeg tot slot voor het planten nog wat extra voeding toe in de vorm van gedroogde koemestkorrels of een laagje compost. Komkommers zijn gulzige eters, vooral tijdens de groeifase, dus geef ze een bodem waar ze wat aan hebben.

Stap 2, voordelen van combinatieteelt
Combinatieteelt betekent dat je planten naast elkaar zet die elkaar versterken. Komkommerplanten doen het bijvoorbeeld erg goed in de buurt van maïs. De maïs biedt beschutting en geleiding, terwijl de komkommerlaag de bodem bedekt en onkruid weert. Ook bonen zijn een fijne buur, want die brengen stikstof in de grond waar de komkommer weer van profiteert.
Kruiden zoals dille en basilicum kunnen helpen om insecten te weren die anders schade zouden aanrichten. Ze trekken ook nuttige insecten aan zoals lieveheersbeestjes, die bladluizen opeten. Zet deze kruiden niet te dichtbij, maar verspreid ze in de buurt.
Mijd vooral combinaties met aardappels of tomaten. Die kunnen ziektes overbrengen of gaan concurreren om voedingsstoffen. Kies liever voor combinaties waar iedereen van profiteert, zoals komkommer samen met sla, andijvie of wortelen.
Stap 3, Komkommer zaaien
Komkommers zijn gevoelig voor kou, dus zaaien doe je pas als het echt warm genoeg is. Binnen voorzaaien kun je doen vanaf half april in potjes met goede zaaigrond. Laat ze op een warme vensterbank kiemen en geef ze voldoende licht. Na twee tot drie weken zijn de jonge plantjes klaar om af te harden.
Buiten zaaien in de volle grond kan pas vanaf half mei, wanneer de kans op nachtvorst echt voorbij is. Maak een geultje van ongeveer twee centimeter diep en zaai om de twintig centimeter één zaadje. Dek af met een beetje aarde en geef water. Bescherm bij koud weer met een vliesdoek of kweekkapje.
Wie liever geen risico loopt, koopt jonge komkommerplantjes bij de kweker of het tuincentrum. Die kun je meteen planten vanaf half mei, mits het weer meewerkt. Plant ze met wat compost of mestkorrels in het plantgat en geef ze direct een flinke plens water.
Stap 4, Uitdunnen
Als je zelf hebt gezaaid, is het meestal nodig om de zaailingen later uit te dunnen. Dat betekent dat je de zwakkere plantjes verwijdert, zodat de sterkste alle ruimte krijgt om te groeien. Doe dit zodra de planten twee tot vier echte blaadjes hebben, meestal zo’n tien dagen na het kiemen.
Je kunt ook kiezen om de plantjes over te zetten naar een andere plek. Dat heet verspenen. Wees hierbij voorzichtig, want komkommers hebben gevoelige wortels. Schep ze met kluit en al uit de grond en zet ze voorzichtig op hun nieuwe plek.
Of je nu uitdunt of verspeent, zorg altijd dat er voldoende afstand blijft tussen de planten. Reken op minstens vijftig centimeter tussen de planten en tachtig centimeter tussen de rijen, zodat ze voldoende licht en lucht krijgen.
Stap 5, De zorg tijdens de groei
Komkommers houden van vocht, maar niet van natte grond. Geef ze daarom regelmatig water, liefst in de vroege ochtend of in de avond. Laat de grond niet uitdrogen, maar zorg er ook voor dat het niet kletsnat blijft. Giet het water direct bij de wortels en niet over het blad, om schimmel te voorkomen.
Tijdens het groeiseizoen hebben komkommerplanten extra voeding nodig. Geef om de twee weken vloeibare mest voor vruchtgroenten of een aftreksel van brandnetelgier. Dit stimuleert de bladgroei én de vruchtzetting. Let op: te veel stikstof zorgt voor veel blad, maar weinig komkommers.
Geef de planten eventueel steun door middel van een rek of draad. Zeker bij klimmende soorten is dat handig. Zo blijven de vruchten schoon, krijgen ze meer licht en bespaar je ruimte in de moestuin.
Stap 6, Komkommer oogsten
Komkommers kun je oogsten zodra ze zo’n twintig tot dertig centimeter lang zijn, afhankelijk van het ras. Wacht niet te lang, want dan worden ze bitter of bevatten ze dikke zaden. Hoe vaker je oogst, hoe meer nieuwe vruchten de plant aanmaakt.
Snijd de komkommers met een scherp mesje of knip ze met een schaar van de plant, om beschadiging te voorkomen. Laat altijd een stukje steeltje aan de vrucht zitten. Dat verlengt de houdbaarheid en voorkomt kneuzingen.

Hoe komkommer bewaren
Komkommers zijn niet zo lang houdbaar als ze geoogst zijn. In de koelkast kun je ze ongeveer vijf dagen goed houden, maar ze verliezen wel snel smaak en knapperigheid. Bewaar ze liever in een koele, donkere kelder bij ongeveer twaalf graden Celsius.
Invriezen is lastig omdat de textuur verandert. Maar je kunt komkommers wel inmaken in het zuur, bijvoorbeeld als augurkachtige plakjes of reepjes. Zo blijven ze maandenlang goed. Gebruik hierbij schoongemaakte potten en hete azijn met kruiden.
Voor wie vacuüm bewaart, geldt dat hele of in plakjes gesneden komkommers in de koelkast hooguit een week vers blijven. In de vriezer zijn ze na blancheren en vacumeren nog ongeveer twee tot drie maanden bruikbaar, maar dan vooral in soepen of stoofpotjes.
Verse komkommers zijn in de koelkast drie tot vijf dagen houdbaar. In een koele kelder tussen de tien en veertien graden tot zeven dagen. Ingemaakt in het zuur blijven ze zes tot twaalf maanden goed. Vacuüm verpakt en ingevroren zijn ze twee tot drie maanden houdbaar, maar de structuur verandert dan wel.
Conclusie
Komkommer kweken is een toegankelijke manier om zelf frisse groenten uit eigen tuin te halen. Met wat voorbereiding en zorg levert de plant een rijke oogst, of je nu in een kas werkt of gewoon buiten in de volle grond. Belangrijk is vooral de juiste bodem, genoeg water en een goed inzicht in combinatieteelt. Wie zijn komkommers op tijd oogst en goed bewaart, kan er wekenlang van genieten.