Bonenkruid kweken doe je niet alleen voor de smaak, maar ook voor het plezier van een snelgroeiend en dankbaar kruid. Wie eenmaal bonenkruid in de tuin heeft gehad, weet dat dit kruid met zijn fijne blaadjes en krachtige geur een vaste plaats verdient in de kruidenhoek. Het helpt bij het verteren van peulvruchten, geeft een kruidige toets aan stoofpotten, en lokt ook nog eens bijen en andere bestuivers met zijn subtiele bloei.
Bonenkruid bestaat in twee varianten: eenjarige en vaste planten. De eenjarige soort (Satureja hortensis) is wat milder van smaak en groeit sneller, terwijl de vaste variant (Satureja montana) meer een struikje wordt, sterker van smaak is en vaak beter bestand tegen kou. Beiden doen het goed op een zonnige, droge plek en vragen weinig verzorging. Als je goed voorbereid bent, is het kweken van bonenkruid een eenvoudig en lonend klusje.
Hoe bonenkruid kweken?
Bonenkruid kweken begint bij het kiezen van de juiste standplaats. Dit kruid houdt van zon, luchtige grond en een plek waar het niet kletsnat blijft na een regenbui. Je kunt bonenkruid zaaien in de volle grond of in een pot, maar het is belangrijk om eerst goed te weten wat de plant nodig heeft in iedere groeifase. Met wat zorg, wat warmte en een beetje aandacht voor de bodem, kun je al snel zelf van je eigen bonenkruid oogsten.
Stap 1, de grond voorbereiden
Voordat je begint met zaaien of planten, moet je ervoor zorgen dat de grond luchtig en goed doorlatend is. Bonenkruid houdt absoluut niet van natte voeten. Een zandige leemgrond is ideaal, maar ook op kleigrond kun je wat bereiken door goed compost en grof zand in te werken. Zorg ervoor dat je de grond goed omspit tot minstens 25 centimeter diep.
Voeg geen verse mest toe, want daar houdt bonenkruid niet van. Een te rijke bodem zorgt voor een weelderige groei met minder smaak. Een handje compost of goed verteerde stalmest van het vorige jaar is meer dan genoeg. Kalk hoeft niet per se toegevoegd te worden, tenzij je op zeer zure grond tuiniert.
Een vlak zaaibed maken helpt om de zaden straks gelijkmatig te verdelen. Haal stenen, kluiten en wortels weg en maak met een hark een fijn en egaal oppervlak. Heb je zware grond, maak dan verhoogde bedden. Zo voorkom je wateroverlast en verbeter je de opwarming van de bodem.
Als je bonenkruid in potten wilt zetten, kies dan voor een pot met een diameter van minstens twintig centimeter. Vul die met potgrond gemengd met een kwart deel zand. Zet er wat potscherven onderin voor een goede afwatering.
Laat de grond eerst een paar dagen met rust zodat deze kan ‘zetten’. Bonenkruid kiemt het beste in een enigszins opgewarmde bodem, dus begin niet te vroeg in het voorjaar.

Stap 2, voordelen van combinatieteelt
Bonenkruid is een uitstekende buur in de moestuin. Het staat bekend om zijn natuurlijke afweer tegen bladluizen en andere plagen. Door bonenkruid tussen bonen te planten, blijven veel luizen weg. Vandaar ook de naam. Ook bij kolen en wortelen kan bonenkruid helpen ongedierte te ontmoedigen.
In combinatieteelt werkt bonenkruid goed samen met erwten, doperwten en kapucijners. Ook sla en komkommer doen het goed in de nabijheid van dit geurige kruid. Door bonenkruid naast deze planten te zetten, trek je ook bestuivers aan, wat de vruchtzetting ten goede komt.
Vaste planten zoals tijm en rozemarijn kunnen ook in de buurt staan, al moet je er dan op letten dat ze elkaar niet verdringen. Zet ze bijvoorbeeld in een kruidenspiraal waarbij ieder kruid zijn eigen zone krijgt.
Bonenkruid heeft een compact wortelgestel en haalt zijn voeding van relatief oppervlakkig uit de bodem. Daardoor verstoort hij andere planten nauwelijks. Ideaal dus om tussen je groente te zetten als natuurlijke afweer én smaakmaker.
Ook in siertuinen is bonenkruid een waardevolle toevoeging. De kleine bloemetjes trekken hommels en bijen aan en breken het patroon tussen bladplanten mooi op.
Stap 3, Bonenkruid zaaien of planten
Het zaaien van bonenkruid kan vanaf april in de volle grond, als de kans op nachtvorst geweken is. Zaai op rijen met een tussenafstand van ongeveer dertig centimeter. Bedek de zaadjes nauwelijks, want ze hebben licht nodig om te kiemen. Houd de grond vochtig tot de zaailingen zichtbaar worden.
Je kunt ook voorzaaien binnenshuis, in een zaaibakje bij een temperatuur van zo’n twintig graden. Na opkomst verspenen en uitplanten zodra het warm genoeg is. Dit geeft een voorsprong op het buitenseizoen.
Als je plantjes koopt, bijvoorbeeld van een tuincentrum, kun je deze vanaf mei direct in de grond zetten. Houd wel de juiste afstand aan, want bonenkruid wil niet verdrongen worden. Zet ze op zo’n twintig centimeter van elkaar.
Bonenkruid laat zich ook goed kweken in een pot, op het balkon of op een zonnige vensterbank. Kies dan voor een diepe pot met goede afwatering. Zet de plantjes warm en zonnig, en geef ze niet te veel water.
Eenjarige bonenkruid groeit snel en kan tot veertig centimeter hoog worden. De vaste variant groeit trager, maar wordt uiteindelijk een houtig struikje dat jarenlang meegaat.
Stap 4, De zorg tijdens de groei
Bonenkruid is geen veeleisende plant. Geef water tijdens droge periodes, maar laat de grond tussendoor goed opdrogen. Voorkom dat de wortels te lang nat blijven, want dat kan wortelrot veroorzaken.
Voeding is nauwelijks nodig. Te veel stikstof zorgt juist voor slappe planten met weinig smaak. Een lichte bemesting in het voorjaar volstaat, bijvoorbeeld met compostthee of verdunde plantenvoeding.
Als bonenkruid begint te bloeien, kun je ervoor kiezen om de bloemknoppen weg te knippen. Zo blijft de plant langer blad aanmaken. Toch kun je de bloei ook laten gebeuren: de bloemetjes zijn eetbaar en zeer geliefd bij bijen.
Snoei bonenkruid na de bloei licht terug. Bij de vaste variant kun je dit zelfs twee keer per jaar doen: in het voorjaar en na de zomer. Zo blijft het struikje compact en vol.
Zorg ook voor voldoende luchtcirculatie rond de plant. Als hij te nat staat of opgesloten tussen andere planten, ontstaan er schimmelproblemen. Geef bonenkruid dus de ruimte die het nodig heeft.
Stap 5, Bonenkruid oogsten
Je kunt bonenkruid beginnen te oogsten zodra de plant voldoende blaadjes heeft, meestal zes tot acht weken na het zaaien. Knip de toppen van de plant af met een schaar of scherp mesje.
Oogst bij voorkeur in de ochtend, als de geurige oliën het krachtigst zijn. Laat altijd een deel van de plant staan, zodat hij kan doorgroeien.
Het hele seizoen kun je oogsten. Voor verse blaadjes knip je gewoon wat af wanneer je het nodig hebt. Voor het drogen of bewaren wacht je tot de plant goed volgroeid is, meestal net vóór of aan het begin van de bloei.
Bij de vaste variant kun je in het najaar een grotere oogst nemen en de plant dan ook terugknippen. Zo overwintert hij compacter en gezonder.
Je kunt bonenkruid in zijn geheel afsnijden en de stengels ophangen om te drogen, of alleen de blaadjes plukken voor directe verwerking.

Stap 6, Vermeerderen
Bonenkruid kan op verschillende manieren vermeerderd worden. De eenjarige variant zaai je elk jaar opnieuw. De vaste variant kun je vermeerderen door stekken, zaaien of scheuren.
Stekken doe je door jonge twijgjes in het voorjaar of de vroege zomer te knippen en in vochtige potgrond te zetten. Binnen een paar weken vormen ze wortels.
Scheuren is ook een goede methode. Graaf de plant in het vroege voorjaar op en verdeel hem met een scherpe spade in stukken. Zorg dat elk stuk wortels en scheuten bevat, en plant ze meteen terug.
Je kunt ook zaad winnen van bloeiende planten. Laat een paar stengels staan tot ze helemaal verdord zijn. Verzamel het zaad en droog het goed voor je het opbergt.
In potten vermeerderen kan ook, vooral als je bonenkruid op je balkon of vensterbank kweekt. Neem dan elk voorjaar een paar toppen af om op te potten.
Vermeerderen is niet alleen handig, het houdt je planten ook jong en vitaal.
Hoe bonenkruid bewaren
Bonenkruid is vers het lekkerst, maar je kunt het ook goed bewaren. Voor invriezen knip je de blaadjes af en doe je ze in een bakje of zakje in de vriezer. Het aroma blijft goed behouden.
Drogen is de meest gebruikte manier. Hang bosjes ondersteboven op een warme, droge plek uit de zon. Na een paar weken zijn de blaadjes bros en kun je ze van de stengels ritsen en in een potje bewaren.
Een andere methode is drogen in een voedseldroger of oven op lage temperatuur. Zet de oven op maximaal veertig graden en laat de deur op een kier staan. Laat de kruiden volledig afkoelen voor je ze verpakt.
Gedroogd bonenkruid blijft tot een jaar goed in een luchtdichte pot, mits donker en droog bewaard. Ingevroren kun je het ongeveer zes maanden gebruiken zonder veel kwaliteitsverlies.
Conclusie
Bonenkruid kweken geeft niet alleen smaak aan je gerechten, maar ook structuur aan je moestuin. Met weinig moeite heb je een kruid dat je bijna het hele jaar door kunt gebruiken. Het helpt je andere gewassen te beschermen en geeft je bovendien de kans om zelfvoorzienend te werken met eigen kruiden.