Peterselie kweken is iets wat veel mensen doen zonder er lang bij stil te staan. Het is een kruid dat bijna vanzelfsprekend in de keuken wordt gebruikt, en toch zit er een wereld achter het plantje dat je niet meteen ziet. Wie ooit verse peterselie uit eigen tuin heeft geplukt, weet hoe krachtig de smaak is, vergeleken met wat je uit een plastic zakje uit de supermarkt haalt. Er zit iets eerlijks in het kweken van dit eenvoudige kruid, of je dat nu doet in een pot op de vensterbank of in een grote moestuinbak in de volle grond.

Wat peterselie bijzonder maakt, is niet alleen zijn frisse, groene blad. Het is een kruid dat zich langzaam ontwikkelt, maar wanneer het eenmaal op gang komt, blijft het leveren. Je hebt er maandenlang plezier van, zeker als je goed weet hoe je het moet verzorgen, oogsten en eventueel opnieuw opkweken. Bovendien is peterselie rijk aan vitamine C, ijzer en chlorofyl, en daarom een goede aanvulling op vrijwel elk gerecht.

Wie peterselie wil kweken, moet wel iets geduld hebben. De zaden kiemen langzaam en de plant laat zich niet opjagen. Maar wie dat proces accepteert, krijgt er veel voor terug. Hieronder leg ik uit hoe je zelf peterselie kunt kweken, van grondvoorbereiding tot bewaren.

Hoe peterselie kweken?

Peterselie kweken doe je stap voor stap. Je begint met het voorbereiden van de grond, kijkt naar combinatiemogelijkheden met andere planten, en beslist of je zaait of plantjes koopt. Tijdens het groeiseizoen verzorg je de plant met water en voeding. Daarna kun je oogsten en eventueel vermeerderen. Tot slot kun je peterselie invriezen of drogen, zodat je er ook in de winter nog van geniet.

Stap 1, de grond voorbereiden

Peterselie houdt van een luchtige, humusrijke bodem. Een zanderige leemgrond is ideaal, zolang deze maar goed water doorlaat en niet te droog is. Heb je zware kleigrond, dan kun je die verbeteren door compost, wat zand of bladaarde in te werken. Een neutrale tot licht basische pH is perfect voor peterselie. Vermijd zure grond, die belemmert de opname van voedingsstoffen.

Voordat je zaait of plant, spit je de aarde goed om tot zo’n twintig centimeter diep. Verwijder stenen en oude wortels, zodat de jonge peterselieplantjes zich zonder belemmering kunnen ontwikkelen. Werk ook wat compost of goed verteerde stalmest door de grond. Doe dit het liefst een paar weken voordat je gaat zaaien, zodat alles goed kan inwerken.

Peterselie wortelt diep en heeft dus baat bij een bodemstructuur die diep losgemaakt is. Gebruik eventueel een woelvork om de grond extra los te maken als je in een bed werkt waar eerder gewassen met een oppervlakkig wortelstelsel stonden. In een pot gebruik je het liefst potgrond gemengd met wat compost en een handje zand.

Let erop dat de plek waar je peterselie gaat kweken voldoende zonlicht krijgt, minstens vier tot zes uur per dag. Halfschaduw is ook mogelijk, maar dan groeit de plant iets trager. Zet de planten niet op een plek waar recent andere schermbloemigen (zoals wortel of pastinaak) hebben gestaan, om bodemmoeheid te voorkomen.

Tot slot: maak vóór het zaaien de bovenlaag van de grond licht vochtig en egaliseer deze met een hark. Peterseliezaadjes zijn klein en kiemen het beste in vochtige, kruimelige aarde.

Stap 2, voordelen van combinatieteelt

Combinatieteelt is een slimme manier om peterselie gezond en krachtig te laten groeien. Door peterselie in de buurt van bepaalde andere gewassen te zetten, versterk je elkaars groei en voorkom je plagen. Zo heeft peterselie bijvoorbeeld baat bij de nabijheid van tomaten. De geur van peterselie helpt om sommige insecten op afstand te houden, wat ook weer gunstig is voor de tomaten.

Een andere goede combinatie is peterselie met prei of uien. Deze gewassen wisselen gunstige stoffen uit via de wortels, waardoor ze elkaars weerstand versterken. Ook wortelen en radijs profiteren van peterselie in hun buurt. De wortelvlieg houdt bijvoorbeeld niet van de geur van peterselie, waardoor je wortelen beter beschermd zijn.

Peterselie doet het ook goed naast sla, koolrabi en bieten. Het is belangrijk dat je peterselie niet in de buurt van munt zet, want deze planten kunnen elkaar onderdrukken. Munt groeit namelijk zeer snel en haalt voeding en vocht weg bij andere planten.

In de kruidentuin combineert peterselie goed met basilicum, koriander en dille. Al deze kruiden hebben vergelijkbare behoeftes qua zon en water. Door ze bij elkaar te zetten, kun je makkelijker water geven en hou je je moestuin overzichtelijk.

Denk tot slot ook aan wisselteelt. Zet peterselie ieder jaar op een andere plek, om ziektes en uitputting van de bodem te voorkomen. Na twee of drie jaar op dezelfde plek neemt de kans op schimmelziekten toe, dus wissel regelmatig af.

Peterselie verzorgen

Stap 3, Peterselie zaaien of planten

Peterselie kun je vanaf maart tot en met juni zaaien in de volle grond. Binnen voorzaaien kan ook, vanaf februari. De zaden kiemen traag, soms duurt het drie tot vier weken. Om dit proces iets te versnellen kun je de zaden eerst een nacht in lauw water laten weken voor je ze zaait.

Zaai ondiep, niet dieper dan een halve centimeter. Bedek de zaden met een dun laagje aarde en druk deze zacht aan. Houd de grond daarna constant vochtig. Eenmaal opgekomen kun je de jonge plantjes uitdunnen tot ze ongeveer vijftien centimeter uit elkaar staan.

Je kunt er ook voor kiezen om jonge peterselieplantjes in het tuincentrum te kopen en deze uit te planten. Dit is vooral handig als je laat in het seizoen begint of weinig geduld hebt. Zet deze plantjes met kluit in de grond op een afstand van vijftien tot twintig centimeter van elkaar.

Peterselie groeit ook goed in potten, mits deze diep genoeg zijn. Zorg voor een pot van minimaal twintig centimeter diep en met een goede afwatering. Zet de pot op een zonnige plek, maar niet in de felle middagzon. Op de vensterbank binnen is ook mogelijk, al kan de plant dan wat minder krachtig worden.

Er bestaan twee hoofdsoorten: platte peterselie (ook wel Italiaanse peterselie genoemd) en krulpeterselie. Platte peterselie heeft een krachtigere smaak, terwijl krulpeterselie vaak wordt gebruikt voor garnering. Beide soorten hebben dezelfde teeltwijze.

Stap 4, De zorg tijdens de groei

Peterselie heeft regelmatig water nodig, zeker tijdens droge periodes. De grond moet vochtig blijven, maar niet nat. In de pot betekent dit vaak elke dag water geven, vooral in de zomer. In de volle grond is twee tot drie keer per week meestal voldoende, afhankelijk van de weersomstandigheden.

Tijdens de groei kun je af en toe wat vloeibare plantenvoeding geven, bijvoorbeeld compostthee of een kruidenextract. Gebruik geen stikstofrijke mest, want dan krijg je veel blad maar weinig smaak. Een handje compost bij de wortels halverwege het seizoen doet vaak al wonderen.

Verwijder geregeld gele of zieke blaadjes om schimmels en ziektes te voorkomen. Ook onkruid weghalen is belangrijk, vooral rondom jonge plantjes. Dit voorkomt concurrentie om licht en voeding.

Als je merkt dat de bladeren wat flets van kleur worden, is dat vaak een teken van voedingstekort. Geef dan wat extra kaliumrijke mest of zeewierextract. Blijft de groei achter, dan kan het ook zijn dat de plant te weinig zon krijgt.

Knip af en toe wat van de buitenste blaadjes om de groei te stimuleren. Zo blijft de plant productief en ontwikkelt hij steeds nieuwe blaadjes vanuit het hart.

Stap 5, Peterselie oogsten

Peterselie kun je oogsten zodra de plant ongeveer tien tot vijftien centimeter hoog is. Je oogst altijd van buiten naar binnen: begin met de oudere stelen aan de buitenkant, en laat het hart van de plant intact zodat deze kan blijven groeien.

Knip de stengels tot vlak boven de grond af met een scherp schaartje of mes. Pluk nooit meer dan een derde van de plant tegelijk, anders raakt hij uitgeput. Oogst liever vaker kleine hoeveelheden dan één keer een grote pluk.

Het beste moment om te oogsten is in de ochtend, na een droge nacht. Dan zitten de meeste smaakstoffen in de blaadjes. Was de peterselie pas vlak voor gebruik, om bederf te voorkomen.

Peterselie is een tweejarige plant, wat betekent dat hij het tweede jaar zal bloeien. Zodra de bloemstengel verschijnt, gaat de smaak achteruit. Oogst in dat stadium nog een laatste keer en zaai eventueel opnieuw.

In de herfst kun je nog steeds oogsten, zolang het niet vriest. Bedek de planten eventueel met vliesdoek om ze te beschermen tegen nachtvorst.

Peterselie oogsten

Stap 6, Vermeerderen

Peterselie kan het beste worden vermeerderd door opnieuw te zaaien, omdat de plant na bloei snel afsterft. Toch kun je proberen om de plant te scheuren. Dat betekent dat je de kluit voorzichtig uitgraaft en in meerdere delen splitst, elk met een deel wortel en blad.

Dit werkt vooral bij jonge planten van het eerste jaar. Deel de kluit met je handen of een scherp mes en plant de delen opnieuw uit. Geef ze daarna ruim water zodat ze goed aanslaan.

Let op: gescheurde planten zijn vaak iets gevoeliger voor ziekten. Gebruik alleen gezonde moederplanten. Een andere manier is het zelf winnen van zaad in het tweede jaar. Laat een plant doorschieten en oogst de zaadhoofden wanneer ze bruin worden.

Drogen van het zaad doe je op een droge, luchtige plek. Daarna kun je de zaadjes bewaren in een papieren zak, droog en koel. Zo heb je eigen peterseliezaad voor volgend jaar.

Vermeerderen via stek is bij peterselie niet gebruikelijk. Het kruid vormt geen stevige uitlopers en groeit voornamelijk vanuit zaad.

Hoe peterselie bewaren

Vers geoogste peterselie kun je een paar dagen bewaren in de koelkast, verpakt in een vochtig keukenpapiertje of in een afgesloten bakje. Voor langere bewaring kun je peterselie invriezen of drogen.

Bij invriezen was je de peterselie, droog je hem goed af, en hak je hem fijn. Daarna verpak je de peterselie in porties, bijvoorbeeld in ijsblokjesvormen met wat water of olie, of in kleine diepvrieszakjes. Zo blijft hij drie tot zes maanden goed.

Drogen doe je door de takjes op een warme, droge plek te hangen of in een droogoven te leggen. Als de blaadjes volledig krokant zijn, kun je ze verkruimelen en in een luchtdicht potje bewaren. Gedroogde peterselie is ongeveer zes tot negen maanden houdbaar.

In de koelkast blijft verse peterselie ongeveer drie tot vijf dagen goed, als je hem verpakt in een vochtige doek. In de vriezer blijft gehakte peterselie tot zes maanden goed. Gedroogd kun je hem tot negen maanden gebruiken, mits luchtdicht bewaard op een donkere plek.

Conclusie

Peterselie kweken is dankbaar werk. Of je nu kiest voor platte of krulpeterselie, in de volle grond of in een pot, je hebt maandenlang plezier van dit veelzijdige kruid. Door aandacht te geven aan de bodem, watergift, voeding en oogsttijd, krijg je een gezonde plant vol smaak. En wie echt zelfvoorzienend wil zijn, kan zelfs zaad oogsten en opnieuw beginnen. Peterselie is geduldig, maar wie de moeite neemt om het goed te doen, krijgt er smaak, voeding en voldoening voor terug.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *