Goudsbloemen kweken is iets wat je als tuinier altijd kunt proberen, zelfs als je maar een klein stukje grond of balkon hebt. Het is een kruidachtige plant met opvallende oranje of gele bloemblaadjes, en je hebt er niet veel ervaring voor nodig om ze te laten groeien. Goudsbloemen zijn sterk, ze komen makkelijk op, bloeien lang, en trekken allerlei nuttige insecten aan zoals bijen, zweefvliegen en lieveheersbeestjes. Maar wat veel mensen niet weten, is dat je goudsbloemen ook kunt gebruiken in de keuken, of zelfs als geneeskrachtig kruid.

Zelf kweek ik elk jaar goudsbloemen in de hoek van mijn moestuin. Ze helpen bij het afweren van ongewenste insecten zoals bladluizen, en ze geven een soort vrolijke gloed aan de tuin. De bloemen zijn eetbaar, en ze geven kleur aan salades of zelfgemaakte kruidenboter. Maar je kunt ze ook drogen en bewaren voor thee, of gebruiken om een zalf van te maken. In dit artikel vertel ik hoe je zelf goudsbloemen kunt kweken, van de voorbereiding van de grond tot het bewaren en gebruiken van de bloemetjes.

Hoe goudsbloemen kweken?

Goudsbloemen kweken begint met een goed plan. Je hoeft geen kas of dure spullen te hebben. Zolang de plek zonnig is en de grond niet kletsnat blijft staan, kun je aan de slag. Je kunt zaaien in de volle grond of in potten. Je kunt ook jonge plantjes kopen bij een kweker, maar zelf zaaien is vaak leuker en goedkoper.

De bloei begint meestal in juni en gaat door tot aan de eerste nachtvorst. Tijdens het groeiseizoen hoef je niet veel te doen, behalve een beetje water geven en uitgebloeide bloemen wegknippen. In ruil daarvoor krijg je een tuin vol kleur én een multifunctioneel kruid waar je nog maanden van kunt genieten, zelfs nadat de plant is uitgebloeid.

Stap 1, de grond voorbereiden

Voor je kunt zaaien, moet je de grond losmaken. Kies een plek in de zon of halfschaduw, waar de aarde goed draineert, maar niet te droog is. Hark de bovenste tien centimeter goed los, en haal eventuele grote stenen of wortels eruit. Goudsbloemen houden niet van natte voeten, dus vermijd plekken waar regenwater blijft staan.

Meng compost of goed verteerde stalmest door de grond. Dit maakt de bodem luchtig en voedzaam. Heb je zware kleigrond? Voeg dan wat zand toe, zodat het water beter weg kan zakken. Bij zandgrond kun je juist wat extra compost toevoegen om het vocht beter vast te houden.

Controleer de zuurgraad van de grond. Goudsbloemen groeien het best in neutrale tot licht alkalische grond. Je hoeft dit niet precies te meten, maar als je eerder succes had met sla of worteltjes op dezelfde plek, zit je meestal goed.

Maak tot slot kleine geultjes met een rijafstand van ongeveer twintig centimeter. Zo krijgen de planten straks genoeg lucht en licht, en kunnen ze zich mooi ontwikkelen zonder dat ze elkaar in de weg zitten.

Je kunt de grond het beste een paar dagen laten ‘rusten’ voor je gaat zaaien. Zo zakt alles wat in, en weet je zeker dat de zaden straks op de juiste diepte liggen. Onkruid dat in de tussentijd opkomt, kun je meteen weghalen.

Stap 2, voordelen van combinatieteelt

Goudsbloemen zijn ideaal voor combinatieteelt. Ze helpen bij het afweren van schadelijke insecten, en trekken tegelijkertijd nuttige beestjes aan. Dit betekent minder plagen en een gezondere moestuin zonder dat je gif hoeft te gebruiken.

Een klassieker is goudsbloemen tussen de tomaten zetten. Ze weren witte vlieg en houden de tomaten gezond. Ook tussen wortelen helpen ze goed: ze maskeren de geur, waardoor de wortelvlieg minder snel toeslaat. Zet ze bij bonen en courgettes, en je ziet minder aantasting door bladluis.

In combinatie met kruiden als basilicum of bieslook werken ze ook uitstekend. Ze versterken elkaar in geur en werking. Basilicum houdt muggen weg, bieslook trekt bijen aan, en goudsbloemen doen een beetje van beide.

Naast groente zijn goudsbloemen ook prachtig naast bloemen zoals afrikaantjes of korenbloemen. Zo krijg je een kleurrijk én nuttig bloemenperk, dat ook nog eens aantrekkelijk is voor vlinders en hommels.

Door verschillende planten door elkaar te zetten, krijg je meer biodiversiteit in je tuin. De kans dat één plaag alles vernietigt wordt daardoor veel kleiner. En dat allemaal dankzij een simpele bloem die je makkelijk zelf zaait.

Goudsbloemen verzorgen

Stap 3, Goudsbloemen zaaien of planten

Zaaien doe je het liefst in april of mei, zodra de kans op nachtvorst echt voorbij is. Strooi de zaden dun in de voorbereide geultjes, en dek ze af met een dun laagje aarde van ongeveer één centimeter. Druk licht aan en geef voorzichtig water met een gieter met broeskop.

Binnen één tot twee weken komen de eerste blaadjes op. Als de zaailingen te dicht op elkaar staan, kun je ze later uitdunnen tot een onderlinge afstand van twintig tot vijfentwintig centimeter. Zo krijgen ze voldoende ruimte om breed uit te groeien.

Je kunt ook jonge plantjes kopen bij een kweker of tuincentrum. Dat scheelt je het zaaien, en je weet zeker dat je planten al een voorsprong hebben. Plant ze in dezelfde grond, met voldoende ruimte ertussen. Geef na het planten meteen water.

Goudsbloemen doen het ook goed in grote potten of bakken op het balkon of vensterbank. Zorg dan wel voor een diepe pot met gaten onderin, en gebruik luchtige potgrond gemengd met een beetje compost. Zet ze op een zonnige plek, bijvoorbeeld op een zuidraam.

Zelf zaai ik elk jaar een bak op het terras voor de sier én een hoek in de moestuin voor de oogst. Het is handig om wat te spreiden, want zo heb je langer bloei en kun je vaker oogsten.

Stap 4, De zorg tijdens de groei

Tijdens de groei is goudsbloem weinig eisend. Geef water als de bovenste vijf centimeter grond droog aanvoelt. In droge zomers is dit meestal één of twee keer per week, bij potten vaker. Geef liever ’s ochtends dan in de volle zon.

Voeding is niet altijd nodig, zeker als je compost in de grond hebt gemengd. Maar je kunt elke drie tot vier weken wat vloeibare plantenvoeding geven om de bloei te stimuleren. Let op dat je niet te veel stikstof geeft, want dan krijg je vooral bladgroei.

Verwijder uitgebloeide bloemen regelmatig. Dit heet ‘deadheading’ en zorgt ervoor dat de plant blijft bloeien. Laat je ze allemaal staan, dan stopt de bloei sneller en gaat de plant zaad vormen. Tenzij je juist zaden wilt oogsten, is wegknippen beter.

Als de plant begint te bloeien, hoef je niets bijzonders te doen. Ze bloeien vanzelf wekenlang door. Als je merkt dat de plant wat slap hangt of geel blad krijgt, geef dan wat extra water of voeding.

Zelf laat ik een paar bloemen altijd staan om zaden te verzamelen. Die gebruik ik het jaar erop weer. Zo hoef je niet elk jaar nieuwe zakjes te kopen, en hou je een gezonde cyclus in je tuin.

Stap 5, Goudsbloemen oogsten

Oogsten doe je het liefst op een droge ochtend, net nadat de dauw is verdwenen. Kies alleen de volledig geopende bloemen met felle kleur. Knip ze af met een schoon schaartje of pluk ze voorzichtig met je vingers.

Je kunt ze vers gebruiken in salades of kruidenboter. Als je ze wilt drogen, leg ze dan meteen op een schone doek op een droge, luchtige plek. Vermijd direct zonlicht tijdens het drogen, dat kan de kleur verbleken.

Knip niet alles tegelijk weg. Laat telkens wat bloemen staan, zodat de plant blijft doorgroeien en opnieuw bloeit. Zo heb je wekenlang oogst, zonder dat je opnieuw hoeft te zaaien.

Voor medicinaal gebruik pluk je het liefst in de vroege bloei. Dan zijn de werkzame stoffen het krachtigst. Spoel ze niet af, tenzij ze erg stoffig zijn. Het beste is om ze direct te verwerken of te drogen.

De bloemhoofdjes kun je ook in hun geheel invriezen of invriezen na eerst kort blancheren. Bewaar ze dan in een goed gesloten diepvriesbakje of vacumeer ze. Zo blijven geur en werking grotendeels behouden.

Goudsbloemen oogsten

Hoe goudsbloemen bewaren

Verse goudsbloemen zijn beperkt houdbaar. In de koelkast kun je ze één tot twee dagen goed houden in een gesloten doosje met een vochtig keukenpapiertje. Voor langere bewaring kun je ze het beste drogen of invriezen.

Invriezen

Pluk de bloemen, spoel ze kort, en laat goed drogen. Leg ze daarna los van elkaar op een schaal in de vriezer. Na een uur kun je ze in een zakje of bakje doen. Zo plakken ze niet aan elkaar.

Drogen

Leg de bloemen uitgespreid op een rek of doek, op een droge plek met goede luchtcirculatie. Na een week zijn ze knisperdroog. Bewaar ze dan in een goed afsluitbare pot, donker en droog.

Hoe goudsbloemen in de keuken gebruiken?

Goudsbloemen kun je gebruiken als eetbare bloem in salades. Ze geven een peperachtige toets en fleuren een gerecht visueel op. Strooi de losse bloemblaadjes vlak voor het opdienen over koude gerechten.

Je kunt ze ook verwerken in zelfgemaakte kruidenboter of zachte kazen. Meng de bloemblaadjes met verse kruiden, een beetje zout en zachte roomboter. Heerlijk bij een stukje brood of gegrilde groenten.

In soep of bouillon kun je de gedroogde bloemblaadjes gebruiken als natuurlijke kleurstof. Ze geven een warmgele kleur af, een beetje zoals saffraan. Voeg ze toe aan het einde van het kookproces.

Je kunt er ook thee van trekken. Een theelepel gedroogde bloemen op een kop heet water, vijf tot tien minuten laten trekken. Werkt verzachtend voor de maag en is rustgevend bij huidproblemen van binnenuit.

Zelf gebruik ik ze graag in azijn of olie. Doe wat bloemen in een fles appelazijn of olijfolie en laat drie weken trekken. Dat geeft een zachte smaak én een mooie kleur. Een fijne toevoeging in de keuken.

Conclusie

Goudsbloemen kweken is eenvoudig, zinvol en geeft je tuin én keuken een extra dimensie. Of je ze nu gebruikt voor thee, salade, zalf of als natuurlijke bescherming in de moestuin, je haalt er veel uit. En het leuke is: met één zakje zaden kun je jarenlang vooruit.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *