Passievrucht kweken begint met een goed idee: je eigen eetbare klimplant vol geurige bloemen en later vruchten. In een verwarmde serre of beschutte tuin kan deze plant het prima doen. Je hebt meestal een vrouwelijke en een mannelijke plant nodig, want hoewel sommige rassen zelfbestuivend zijn, geven twee planten samen veel meer oogst. De passievrucht is niet inheems in Europa, dus je moet de omstandigheden een beetje nabootsen. Veel licht, warmte en bescherming tegen kou zijn belangrijk. De meeste mensen kiezen ervoor om een plantje te kopen in plaats van zelf te zaaien.

De Passiflora edulis is de bekendste soort voor consumptie. Die groeit als een sierlijke slingerplant die langs draden of een hekwerk omhoog kruipt. Wat opvalt: als de plant zich eenmaal lekker voelt op zijn plek, kan hij in korte tijd enorm groeien. Toch is het geen moeilijke plant om te houden. Zolang hij genoeg zon, water en voeding krijgt, zul je beloond worden met heerlijke vruchten.

Hoe passievrucht kweken?

Passievrucht kweken doe je in een zonnige en warme omgeving. Je kunt het beste een plantje kopen bij een kweker, want dan weet je dat je een ras hebt dat vrucht draagt. Je plant zowel een mannelijke als een vrouwelijke plant, tenzij je kiest voor een zelfbestuivend ras. Zet ze in de volle grond in een serre of tegen een warme zuidmuur in een pot of verhoogd bed, met een rek of draad waarlangs ze omhoog kunnen klimmen.

Stap 1, Passievruchtplanten planten

Begin met het voorbereiden van de grond. De bodem moet luchtig, goed doorlatend en voedselrijk zijn. Voeg compost of goed verteerde stalmest toe aan de grond en zorg dat het plantgat diep en ruim is. Meng ook wat zand of grind door de onderlaag om natte voeten te voorkomen, want passievrucht houdt niet van stilstaand water rond de wortels.

De beste tijd om passievrucht te planten is in het late voorjaar, zodra alle kans op vorst voorbij is. Dan heeft de plant een lange warme periode om te wortelen en uit te lopen. In een kas of serre kun je al eerder beginnen, maar let dan wel op nachtvorst.

Wil je toch zaaien? Kies dan verse zaden uit rijpe passievruchten. Was de zaden goed en laat ze een paar dagen drogen. Daarna kun je ze zaaien in een zaaibakje met vochtige zaaigrond bij een temperatuur van minstens twintig graden. De kieming kan drie tot vier weken duren.

Passievrucht kun je ook prima in een pot kweken. Kies dan een ruime pot van minstens veertig centimeter diep. Gebruik voedzame potgrond en zorg voor een stabiele klimhulp. In een pot is het makkelijk om de plant ’s winters binnen te zetten of te beschermen.

Passievrucht verzorgen

Stap 2, Verzorging

Een passievruchtplant groeit snel en moet dus regelmatig water krijgen. Geef water zodra de bovenlaag van de grond droog aanvoelt, maar voorkom dat de wortels in natte grond blijven staan. In warme zomers is dagelijks water geven meestal nodig, zeker bij potplanten.

Bemest de plant elke drie weken met een vloeibare meststof rijk aan kalium en fosfor. Dat stimuleert de bloei en vruchtzetting. In het voorjaar begin je in april met bemesten en dat doe je tot eind augustus. In de herfst en winter krijgt de plant rust.

In de winter moet je de plant beschermen tegen vorst. Buiten kan dat door de voet van de plant te bedekken met stro of bladeren en de ranken in te pakken met vliesdoek. In een kas is het eenvoudiger, zeker als die vorstvrij is. De plant houdt van minimumtemperaturen boven de tien graden.

Voorjaarsvorst kan ook een probleem zijn, vooral als de plant al vroeg bloeit. Bescherm jonge scheuten en bloemen dan extra, bijvoorbeeld met noppenfolie of een extra laag vliesdoek tijdens koude nachten.

Passievrucht doet het goed in combinatieteelt met bijvoorbeeld Oost-Indische kers of afrikaantjes. Die trekken bestuivers aan en houden bepaalde plagen weg. Wisselteelt is bij vaste planten niet echt nodig, maar probeer wel te zorgen voor een voedzame bodem die elk jaar wordt verrijkt.

De bloei begint meestal in juni of juli. De bloemen zijn groot, paarswit met een opvallend patroon, en worden het liefst bestoven door hommels of bijen. Heb je de planten binnen staan, dan kun je zelf helpen door met een penseeltje stuifmeel over te brengen van de mannelijke naar de vrouwelijke bloemen.

Plant in a Box – Mix van 3 Passiflora

Pot 9cm - Hoogte 25-40cm

Verkrijgbaar bij

bol (€26,95)

Stap 3, Passievrucht oogsten

De eerste vruchten kun je meestal eind augustus verwachten, soms pas in september. Ze zijn rijp als ze van de plant vallen of als ze een gerimpelde schil krijgen en donkerpaars zijn geworden. Wacht niet te lang met plukken, want de smaak is dan het beste.

Oogsten doe je door de vruchten voorzichtig los te draaien of te knippen. Let op dat je de ranken niet beschadigt. In een kas of serre kunnen de vruchten ook in oktober nog rijpen, afhankelijk van het weer.

Bewaar de geoogste passievruchten op een koele plek, maar niet in de koelkast. Daar verliezen ze snel hun aroma. In een goed geventileerde ruimte blijven ze ongeveer een week goed.

Stap 4, Passievruchtplanten snoeien

Snoeien doe je in het vroege voorjaar, zodra de plant weer begint uit te lopen. Knip alle zwakke, dode of beschadigde takken weg. Laat alleen de sterke hoofdranken staan.

Je kunt ook tussentijds snoeien om de groei te sturen. Knip dan de zijscheuten terug tot op een paar bladeren, zodat de plant meer kracht steekt in bloei en vruchtzetting. Snoeien zorgt bovendien voor betere luchtcirculatie.

Na de oogst kun je de plant een lichte vormsnoei geven. Verwijder dan alleen overtollige ranken en breng wat orde aan in het gewas. Gebruik altijd scherpe en schone snoeischaar.

Green boutiQ – Passiebloem – Passiflora Rainbow

Bloem Roze Wit Paars Groen - Weinig onderhoud - 4 planten - Pot 11cm Hoogte 40cm

Verkrijgbaar bij

bol (€28,90)

Ziekten en plagen

Passievrucht is gevoelig voor bladluis, vooral in het voorjaar. Deze kun je bestrijden met een oplossing van zachte zeep en water, of met natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes.

Spintmijt komt voor bij droge lucht, vooral in de kas. Verhoog de luchtvochtigheid en besproei de plant regelmatig met water. Ook roofmijten kunnen helpen om spint onder controle te houden.

Wortelrot ontstaat vaak door te natte grond. Zorg voor een goed drainerende bodem en pas het watergeven aan bij koeler weer. Schimmelziekten zoals meeldauw zijn te voorkomen door goede luchtcirculatie.

Rupsen kunnen vraatschade veroorzaken aan de bladeren. Pluk ze handmatig weg of gebruik een biologisch middel op basis van Bacillus thuringiensis, een bacterie die alleen schadelijk is voor rupsen.

Passievruchtrassen die je zelf kunt kweken

De meest gangbare soort is Passiflora edulis, ook wel bekend als de paarse passievrucht. Deze geeft lekkere vruchten en is relatief makkelijk in onderhoud.

Een ander ras is Passiflora edulis flavicarpa, de gele variant. Deze heeft grotere vruchten met een iets zuurdere smaak. Hij is iets gevoeliger voor kou.

Voor sierlijke bloemen maar geen vrucht kun je kiezen voor Passiflora caerulea. Deze wordt vooral als sierplant gehouden, maar draagt zelden eetbare vruchten.

Passievrucht oogsten

Hoe passievrucht bewaren

Verse passievruchten bewaar je het best op een koele, droge plek buiten de koelkast. Daar blijven ze tot een week goed. Je kunt ze ook invriezen: snijd ze doormidden en lepel het vruchtvlees eruit. Doe dit in een bakje of zakje en vries direct in. Zo blijven ze ongeveer zes maanden houdbaar.

Inmaken kan ook. Kook het vruchtvlees kort op met suiker en citroensap en bewaar het als compote of gelei. In gesteriliseerde potten blijft dit tot een jaar goed.

In de kelder kun je passievruchten enkele dagen tot een week bewaren, zolang het maar niet vochtig is. De geurige vruchten trekken snel fruitvliegjes aan, dus bewaar ze liefst in een afgesloten bak.

Conclusie

Passievrucht kweken vraagt om wat extra aandacht, vooral door zijn tropische aard. Toch is het goed mogelijk, ook in een kas of op een beschut balkon. Met de juiste verzorging, wat bescherming tegen kou en een beetje geduld, kun je al snel je eigen vruchten oogsten en bewaren. Dat maakt het meer dan de moeite waard.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *