Tamarinde kweken is iets dat niet veel mensen doen, en dat is eigenlijk zonde. Het is een tropische plant die je niet zomaar overal tegenkomt, maar als je een serre of verwarmde kas hebt, kun je er echt iets bijzonders van maken. Tamarindeplanten hebben iets eigens, met hun fijn verdeelde bladeren en uiteindelijk die peulvruchten vol zurig vruchtvlees die je in de keuken op zoveel manieren kunt gebruiken. Omdat het hier om een tropische soort gaat, is het belangrijk dat je twee planten hebt: een mannelijke én een vrouwelijke. Alleen dan krijg je vruchtzetting.

Het kweken zelf vraagt wat aandacht, maar het loont. Niet alleen voor het uiteindelijke fruit, maar ook vanwege de sierwaarde van de plant zelf. Zomers kun je ze buiten zetten, liefst in een beschutte hoek uit de wind. In de winter moeten ze beslist terug de kas in, want kou kunnen ze niet hebben. Het zijn bomen of grote struiken die je goed kunt snoeien en binnen de perken houden, dus ook in een wat kleinere ruimte kun je ze goed verzorgen en aan je klimaat aanpassen.

Hoe Tamarinde kweken?

Hoe Tamarinde kweken? Let op, dit fruit is niet inheems en heeft warmte nodig. Meestal lukt het alleen in een serre of een verwarmde kas. Als je de planten in de zomer naar buiten wilt zetten, kies dan voor een zonnige, beschutte plek. Ze houden van licht en warmte, maar mogen absoluut geen vorst krijgen. Het zijn trage groeiers in koudere klimaten, maar met geduld en liefde kun je zelfs in Nederland of België Tamarinde oogsten.

Stap 1, Tamarindeplanten planten

Als je begint, kies je het beste voor jonge Tamarindeplanten van een kwekerij, liefst eentje die ervaring heeft met tropische fruitsoorten. Je hebt er dus twee nodig: een mannelijke en een vrouwelijke. De grond moet luchtig zijn, goed doorlatend en rijk aan organisch materiaal. Meng compost of oude stalmest door de grond en zorg voor een pH-waarde rond de 6. Ze kunnen niet goed tegen natte voeten, dus goede drainage is cruciaal.

De beste tijd om te planten is in het voorjaar, wanneer de dagen langer worden en er voldoende licht is. In de kas kun je al in maart of april beginnen. Buiten wacht je beter tot eind mei. De planten wortelen traag, dus geef ze alle tijd om zich aan te passen aan hun nieuwe plek.

Wil je zelf zaaien? Dat kan, maar het vraagt geduld. Week de zaden eerst een nacht in lauwwarm water en zaai ze daarna in potgrond bij een temperatuur van minstens twintig graden Celsius. Ontkieming kan twee tot vier weken duren. Zaailingen groeien langzaam en je moet nog jaren wachten op bloei en vrucht. Wie sneller resultaat wil, koopt daarom beter jonge boompjes.

Tamarinde kun je ook in pot houden, zeker als je beperkte ruimte hebt. Kies dan een grote pot van minstens dertig liter, met gaten onderin voor de afwatering. Gebruik luchtige potgrond met een beetje zand en compost. In potten moet je iets vaker water geven, zeker tijdens warme zomerdagen, maar zorg dat er geen water blijft staan.

Geef de planten de eerste maanden na aanplant rust. Ze hebben tijd nodig om te wortelen. Pas na een jaar kun je ze wat intensiever gaan verzorgen en eventueel beginnen met lichte snoei als dat nodig is.

Tamarinde verzorgen

Stap 2, Verzorging

Tamarindeplanten zijn vrij sterk, maar ze vragen wel regelmaat. Geef ze tijdens de lente en zomer regelmatig water, maar laat de grond tussendoor licht opdrogen. In de herfst en winter geef je heel spaarzaam water. Een te natte kluit veroorzaakt wortelrot en dat wil je vermijden.

Bemesten doe je twee keer per jaar: in het voorjaar zodra de groei op gang komt, en in de zomer als de bloei begint. Gebruik een organische meststof met een hoog kaliumgehalte, zoals gedroogde koemest of vloeibare brandnetelgier. Te veel stikstof zorgt voor veel blad maar weinig bloei, dus daar moet je mee oppassen.

Vorstbescherming is essentieel. Zelfs lichte nachtvorst kan jonge bladeren of bloemknoppen doden. Zet de planten daarom eind september weer in de serre of pak ze tijdelijk in met vliesdoek als het koud dreigt te worden. Een onverwarmde kas is niet genoeg in de winter: je hebt echt extra warmte nodig, minstens tien graden Celsius.

In het voorjaar zijn de planten gevoelig voor temperatuurwisselingen. Zet de ramen van je kas niet te snel open, want koude lucht kan de bloei verstoren. Laat de planten langzaam wennen aan buitentemperaturen voordat je ze na IJsheiligen weer buiten zet.

Combinatieteelt is mogelijk met tamelijk neutrale planten zoals basilicum of citroengras. Die verdragen dezelfde warmte en luchtvochtigheid, en trekken bovendien nuttige insecten aan. Wisselteelt is minder belangrijk bij Tamarinde omdat het een meerjarige plant is, maar het is wel verstandig om ze niet telkens op dezelfde plaats in een pot te houden. Ververs dan om de paar jaar de potgrond volledig.

De bloei is subtiel maar belangrijk: kleine gele bloempjes verschijnen meestal in de zomer. Ze worden bestoven door insecten, maar je kunt ook zelf met een penseeltje van bloem naar bloem gaan. Dit is vooral nodig als je weinig bestuivers in je serre hebt. Alleen bij goede bestuiving krijg je uiteindelijk peulen.

Lendo Online Kweekkas

60x49x97,5 cm - vurenhout met pc platen - bruin

Verkrijgbaar bij

bol (€89,99)

Stap 3, Tamarinde oogsten

Na de bloei groeien er lange, bruine peulen aan de vrouwelijke plant. Deze kunnen enkele maanden blijven hangen tot ze rijp zijn. Het vruchtvlees binnenin verandert van groen naar donkerbruin en wordt kleverig en zuurzoet van smaak. Dat is het moment waarop je kunt oogsten.

Oogsten doe je voorzichtig met een snoeischaar. Knip de peulen van de tak af zonder de tak zelf te beschadigen. Als je de peulen iets te lang laat hangen, worden ze droog en kunnen ze barsten. Het beste moment is als de schil lichtjes kraakt wanneer je erin knijpt.

Na het oogsten bewaar je de peulen het liefst op een droge plek, uit de zon. Laat ze enkele dagen nadrogen, waarna je het vruchtvlees eruit kunt halen. Je kunt dit vervolgens verwerken of bewaren, afhankelijk van hoe je het wilt gebruiken.

Stap 4, Tamarindeplanten snoeien

Snoeien doe je bij voorkeur in het vroege voorjaar, nog voor de groei begint. Zo stuur je de vorm van de plant en zorg je dat het licht goed in de kroon komt. Te dichte takken snoei je weg om luchtcirculatie te verbeteren.

Gebruik altijd scherp en schoon gereedschap. Knip takken net boven een bladoksel weg en laat de wond niet te groot worden. Je kunt Tamarinde ook wat lager houden door ze jaarlijks terug te zetten tot ongeveer een meter of twee.

Als je in pot kweekt, is het verstandig om iets vaker te snoeien. Zo houd je de plant compact en hanteerbaar. Verwijder ook regelmatig de onderste bladeren als die slap of verkleurd zijn, zodat de energie naar de bloei en vruchtzetting gaat.

Ziekten en plagen

Tamarinde is gevoelig voor spint en bladluizen, vooral in droge, warme serres. Houd de luchtvochtigheid op peil en besproei de planten af en toe met lauwwarm water. Bij beginnende aantasting kun je een oplossing van water met zachte zeep gebruiken.

Schimmelproblemen zoals meeldauw kunnen optreden bij slechte ventilatie. Zorg dat de lucht circuleert en dat de bladeren niet te lang nat blijven. Eventueel kun je lavameel gebruiken om de schimmelgroei te remmen.

Wortelrot is een gevaar als de grond te nat blijft. Gebruik daarom altijd potgrond met zand of perliet erin en controleer de potten op goede drainage. Zet potten nooit in onderschalen met water.

Bij ernstige aantasting kun je overstappen op natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes bij bladluizen. Ook knoflookextract of brandnetelgier werkt goed als preventief middel tegen plagen. Vermijd chemische middelen, vooral in een gesloten kas.

Tamarinderassen die je zelf kunt kweken

Niet alle Tamarindeplanten zijn geschikt om in ons klimaat te houden. Kies voor rassen die bekend staan als klein blijvend of eerder rijpend. De variëteit ‘Sweet Tamarind’ is bijvoorbeeld populair vanwege het milde, zoetere vruchtvlees.

‘Makham Wan’ is een Thaise soort die goed bloeit in pot en relatief snel peulen geeft. Deze is ook iets minder gevoelig voor temperatuurwisselingen. Let goed op de herkomst bij aankoop: sommige zaailingen dragen pas na tien jaar of helemaal niet als ze niet correct zijn bestoven.

Voor hobbykwekers zijn geënte planten het meest geschikt. Ze dragen eerder vrucht, zijn kleiner en passen beter in een verwarmde serre. Vraag hier expliciet naar bij de kwekerij.

Tamarinde oogsten

Hoe tamarinde bewaren

Verse Tamarinde kun je enkele weken bewaren op een droge, donkere plek. Haal de peulen uit de zon en leg ze in een houten kist of papieren zak. Zorg dat de temperatuur stabiel blijft, liefst tussen vijftien en twintig graden Celsius.

Je kunt het vruchtvlees ook losmaken en invriezen. Verdeel het in porties van vijftig gram en vries het luchtdicht verpakt in. Zo blijft het tot een jaar goed. Ontdooien doe je langzaam in de koelkast voor gebruik.

Inmaken is ook mogelijk. Je kunt het vruchtvlees met suiker en een beetje zout inkoken tot een dikke pasta. Die bewaar je vervolgens in schone glazen potten op een koele plek. Deze pasta blijft zeker zes maanden houdbaar.

Conclusie

Tamarinde kweken is iets voor wie net wat meer wil dan een standaard tomatenplantje in de kas. Met geduld, liefde voor warmte en aandacht voor bestuiving kun je na een paar jaar je eigen zuurstokbruine peulen oogsten. De combinatie van tropisch fruit en eigen kweek maakt het tot een uniek project in de tuin of serre.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *