Bosbessen kweken is iets wat je met een beetje geduld en goede voorbereiding jarenlang plezier oplevert. Het zijn niet de makkelijkste struiken om succesvol te houden, maar als je ze eenmaal op de juiste plek hebt gezet en goed verzorgt, zijn ze robuust, productief en buitengewoon smakelijk. Ze vragen wat je noemt een rustige start: zure grond, voldoende vocht en beschutting tegen late vorst. Maar daar krijg je iets voor terug.
We gaan er vanuit dat je kiest voor het planten van bosbessenstruiken, een vrouwelijke en een mannelijke variant. Hoewel sommige rassen zelfbestuivend zijn, verhoogt een combinatie van twee verschillende planten de opbrengst aanzienlijk. Je hoeft niet met stuifmeelstokjes in de weer, bijen en wind regelen de bestuiving vanzelf als de omstandigheden goed zijn. Hieronder lees je stap voor stap hoe je ze plant, verzorgt, oogst en snoeit, en hoe je ze bewaart.
Hoe bosbessen kweken?
Bosbessen kweken begint bij een goed stuk grond of een geschikte pot. De struiken houden van zure grond met een pH-waarde tussen 4 en 5.5. Voeg dus tuinturf of speciaal bosbessensubstraat toe aan de grond als dat nodig is. Kies een plekje in de zon of halfschaduw, waar de planten voldoende lucht krijgen. Zet minstens twee verschillende rassen bij elkaar voor een betere bestuiving en opbrengst.
Stap 1, Bosbessenplanten planten
Begin met de grond. Die moet zuur zijn, luchtig en goed doorlatend. Spit de grond diep om, meng er flink wat tuinturf en eventueel wat zand doorheen. Gebruik liever geen compost of mest, want dat maakt de grond snel te rijk en te basisch. Werk met een ruime plantgat van minstens 40 centimeter breed en 40 centimeter diep. Vul het op met zure grond of turf en druk licht aan.
De beste tijd om bosbessen te planten is het vroege voorjaar, zodra de grond bewerkbaar is, of in het najaar vóór de eerste vorst. In het voorjaar hebben ze tijd om goed te wortelen voor de zomer. In het najaar kunnen ze rustig acclimatiseren. Geef na het planten meteen goed water en dek af met een laag mulch of dennennaalden.
Zaaien van bosbessen kan ook, maar het duurt erg lang voor je resultaat ziet. Je moet eerst de zaadjes stratificeren, dat wil zeggen: ze enkele weken in de koelkast bewaren in vochtige omstandigheden. Daarna zaai je ze ondiep in zure zaaigrond. Ontkiemen kan weken duren. Het is dus sneller én betrouwbaarder om jonge planten te kopen.
Wil je bosbessen kweken in pot? Dat kan uitstekend, zolang je kiest voor een ruime pot (minstens 30 liter) en zure potgrond. Gebruik geen gewone tuingrond. Zet de pot op een zonnige plek, geef regelmatig water en ververs om de paar jaar de bovenlaag van de potgrond. Ook hier geldt: minstens twee verschillende rassen geven het beste resultaat.

Stap 2, Verzorging
Bosbessen houden van constante vochtigheid, maar geen natte voeten. Geef regelmatig water, vooral in droge periodes. Regenwater is het beste, want kraanwater maakt de grond op termijn minder zuur. In de zomermaanden, als de bessen beginnen te groeien, hebben de planten extra dorst.
Bemesten doe je matig. Gebruik een meststof voor zuurminnende planten, zoals rhododendronmest, in het vroege voorjaar en eventueel nog eens na de bloei. Geef nooit verse stalmest of universele meststoffen, die tasten de zuurgraad aan.
In de winter kunnen bosbessenstruiken wel wat vorst verdragen, maar jonge planten bescherm je best met een laag bladeren of stro aan de voet. In het voorjaar, als de knoppen opengaan, zijn ze gevoelig voor late nachtvorst. Een vliesdoek biedt dan bescherming.
Combinatieteelt is bij bosbessen minder gebruikelijk dan bij bijvoorbeeld tomaten of wortels. Toch kun je lavendel, salie of bieslook bij de bosbessen zetten. Die weren insecten. Wisselteelt is niet nodig omdat bosbessen meerjarige struiken zijn die op dezelfde plek blijven staan.
De bloei begint meestal in april of mei, afhankelijk van het ras en het weer. Kleine klokvormige bloemetjes verschijnen aan de takken. Voor bestuiving zijn hommels en bijen onmisbaar. Zorg voor een insectvriendelijke tuin, zonder chemische middelen, zodat de bestuiving optimaal verloopt.
Stap 3, Bosbessen oogsten
Oogsten begint meestal vanaf juli tot augustus. De bessen zijn rijp als ze egaal blauw zijn, zacht aanvoelen en makkelijk loslaten. Laat ze gerust enkele dagen langer hangen voor extra zoetheid.
Pluk bij droog weer, liefst in de ochtend. Natte bessen zijn kwetsbaarder en bederven sneller. Gebruik een ondiep bakje om kneuzingen te voorkomen.
Je hoeft niet alles tegelijk te plukken. De bessen rijpen niet allemaal tegelijk, dus controleer wekelijks de struiken en oogst in meerdere keren.
Stap 4, Bosbessenplanten snoeien
Snoeien doe je in de winter of het vroege voorjaar, voor de knoppen uitlopen. Begin met het verwijderen van oude, vergrijsde takken aan de basis.
Knip ook dunne of zwakke scheuten weg, en zorg dat er voldoende lucht en licht in de struik komt. Laat per struik een stuk of zes stevige jonge takken staan.
Verjong oudere struiken door elk jaar één of twee dikke takken tot aan de grond terug te knippen. Zo houd je de struik vitaal en productief.
Ziekten en plagen
Bosbessen zijn gevoelig voor wortelrot als de grond te nat is. Zorg dus altijd voor een goede drainage. Zet ze nooit op kleigrond zonder aanpassingen.
Een andere bedreiging zijn vogelvraat en vraat door muizen. Span vogelnetten over de struiken tijdens de oogstperiode. Muizen hou je weg met mulch van grove dennennaalden of een lage rand rond de stam.
Bladvlekkenziekte komt ook voor, vooral bij nat weer. Verwijder aangetaste bladeren en zorg voor luchtige groei. Gebruik eventueel biologische schimmelspray op basis van heermoes of brandnetel.
Bladluizen en rupsen kunnen zich ook nestelen. Spuit ze weg met een harde straal of gebruik een mengsel van water met een beetje zachte zeep. Liever geen chemische middelen gebruiken.
Bosbessenrassen die je zelf kunt kweken
‘Bluecrop’ is een populaire soort met grote opbrengst en stevige bessen. Goed voor beginners.
‘Duke’ is een vroeg ras dat al eind juni rijp is. Het is krachtig en goed winterhard.
‘Goldtraube’ levert iets kleinere bessen, maar met een uitgesproken smaak. Ideaal voor jam of invriezen.

Hoe bosbessen bewaren
Vers geplukte bosbessen kun je enkele dagen in de koelkast bewaren, bij voorkeur in een open bakje. Was ze pas vlak voor gebruik.
Invriezen gaat uitstekend. Spreid ze uit op een plaat in de vriezer, en zodra ze hard zijn doe je ze in zakjes of dozen. Zo blijven ze tot een jaar houdbaar.
Inmaken tot jam of compote is ook een bewaarmethode. Voeg dan voldoende suiker en zuur toe en weck ze goed af. Ingeweckte bosbessen zijn tot 12 maanden houdbaar in een koele kelder.
In de koelkast blijven verse bosbessen gemiddeld 3 tot 5 dagen goed. Ingevroren tot 12 maanden. Ingeweckt, mits correct gedaan, ook ongeveer een jaar. Bewaar potten op een koele, donkere plek zonder temperatuurschommelingen.
Conclusie
Bosbessen kweken vraagt wat voorbereiding en zorg, maar het is zeker haalbaar in eigen tuin of op balkon. Met de juiste grond, twee verschillende planten en een beetje aandacht krijg je jarenlang smakelijke oogst. Je kunt ze vers eten, invriezen of verwerken tot jam. Zo geniet je het hele jaar door van je eigen blauwe bessen.