Spinazie kweken is iets wat bijna iedereen kan, of je nu een grote tuin hebt of een paar bakken op het balkon. Deze bladgroente groeit snel, houdt van koele temperaturen en kan al vroeg in het jaar gezaaid worden. Bovendien is spinazie niet alleen voedzaam maar ook veelzijdig in de keuken. Denk aan salades, soepen, roerbakgerechten en stamppotten. Het is dan ook geen wonder dat spinazie bij veel moestuinders hoog op het lijstje staat.

Als je zelf spinazie wilt kweken, hoef je echt geen ervaren tuinier te zijn. Het belangrijkste is dat je weet wanneer je moet zaaien, welke grond spinazie graag heeft, en hoe je de plantjes tijdens hun groei ondersteunt. Met een paar basisregels kun je al snel genieten van verse spinazie uit eigen tuin. In dit artikel lees je stap voor stap hoe je dat aanpakt.

Hoe spinazie kweken?

Spinazie kweken begint bij het kiezen van het juiste moment en de juiste plek. Deze bladgroente houdt van koel weer, dus zaaien doe je bij voorkeur in het vroege voorjaar of in de nazomer. Je kunt kiezen om direct in de volle grond te zaaien, of in een verhoogde bak. Spinazie groeit snel, dus binnen vijf tot zeven weken kun je vaak al oogsten. Wat het extra aantrekkelijk maakt, is dat spinazie weinig ruimte nodig heeft en prima samengaat met andere groenten in de moestuin.

Stap 1, de grond voorbereiden

Voor spinazie heb je grond nodig die voedzaam, luchtig en licht vochtig is. Kleigrond kun je mengen met compost en wat zand, zodat het luchtiger wordt. Zandgrond verrijk je juist met veel compost of goed verteerde mest om voldoende voeding vast te houden. Een neutrale tot licht basische pH-waarde (rond 6.5 tot 7.5) is ideaal voor spinazie. Te zure grond kun je verbeteren met wat kalk.

Zorg dat de grond goed losgemaakt is voordat je gaat zaaien. Gebruik een hark om kluiten te breken en het oppervlak egaal te maken. Spinaziezaadjes zijn klein en hebben moeite om door een harde korst te breken. Door de bovenlaag rul te houden, help je ze met kiemen. Tegelijk voorkom je dat regenwater blijft staan, want spinazie houdt niet van natte voeten.

Werk een paar weken voor het zaaien wat compost of oude stalmest door de grond. Dit geeft de spinazieplanten een goede start. Geef liever geen verse mest vlak voor het zaaien, dat kan te veel stikstof geven en het blad slapper maken. Een goed voorbereid bed bespaart later veel werk.

Stap 2, voordelen van combinatieteelt

Spinazie groeit uitstekend in combinatie met andere groenten. Door combinatieteelt kun je de bodem beter benutten, plagen voorkomen en de opbrengst verhogen. Een klassieker is de combinatie van spinazie met radijs: de radijsjes zijn sneller oogstklaar en maken ruimte voor de spinazie die dan verder kan uitgroeien.

Andere goede buren zijn erwten, bonen en sla. Erwten en bonen verrijken de bodem met stikstof, waar spinazie goed op reageert. Sla zorgt voor schaduw en helpt uitdroging van de bodem te beperken. Vermijd combinaties met planten uit de amarantenfamilie zoals bieten en snijbiet, die vragen vaak om dezelfde voedingsstoffen en kunnen elkaars groei remmen.

Combinatieteelt zorgt er ook voor dat je minder last hebt van ziektes en plagen. Door afwisseling in je bedden te brengen, verminder je de kans op ophoping van bepaalde ziekten in de bodem. Spinazie is daar gevoelig voor, zeker als je jaar na jaar op dezelfde plek teelt.

Spinazie verzorgen

Stap 3, Spinazie zaaien

Spinazie kun je direct in de volle grond zaaien. Dat doe je bij voorkeur tussen maart en mei, of vanaf eind augustus tot eind september. De zaden ontkiemen het best bij temperaturen tussen 5 en 20 graden Celsius. Bij warmer weer schieten de planten snel door en vormen ze bloemstengels in plaats van blad.

Zaai op rijen met een afstand van ongeveer twintig tot vijfentwintig centimeter. Zaai niet te diep, ongeveer anderhalve centimeter is voldoende. Houd de grond na het zaaien vochtig, maar niet nat. Bij droog weer kan het helpen om het zaaibed licht af te dekken met vliesdoek om het vocht beter vast te houden.

Je kunt ook spinazieplantjes kopen en uitplanten, maar dat is meestal niet nodig. Omdat spinazie zo snel groeit en goed kiemt, is direct zaaien eenvoudiger en goedkoper. Alleen bij slechte kiemomstandigheden of een erg korte teeltperiode kan het uitplanten van jonge plantjes een voordeel zijn.

Stap 4, Uitdunnen

Als de jonge plantjes opkomen en ze staan te dicht bij elkaar, dan is uitdunnen noodzakelijk. Spinazieplanten hebben ruimte nodig om goed blad te vormen. Wacht tot ze ongeveer vijf centimeter hoog zijn en trek dan voorzichtig de zwakste exemplaren uit, zodat er ongeveer acht tot tien centimeter tussen de planten overblijft.

Uitdunnen doe je het best bij vochtig weer of na een regenbui. Dan laat de grond de wortels makkelijker los en beschadig je de overblijvende planten minder. Probeer met twee handen te werken: één om het plantje uit te trekken, de ander om de grond rond de buurplant vast te houden.

De uitgedunde plantjes hoef je niet weg te gooien. Je kunt ze gebruiken als microgroente in een salade of een smoothie. Of je zet ze op een andere plek uit, als je nog ruimte hebt. Spinazie verdraagt verplanten redelijk goed, mits je snel werkt en voldoende water geeft.

Stap 5, De zorg tijdens de groei

Spinazie heeft regelmatig water nodig. Vooral in droge periodes is het belangrijk om om de paar dagen water te geven. Laat de planten nooit helemaal uitdrogen, want dat vergroot de kans op doorschieten. Water geven doe je bij voorkeur ’s ochtends of laat in de avond, zodat het niet direct verdampt.

Tijdens de groei kun je de spinazie af en toe bijvoeden met een milde, stikstofrijke vloeibare meststof zoals brandnetelgier of een verdunde compostthee. Gebruik dit spaarzaam, want te veel stikstof kan de bladeren slap en gevoelig voor rot maken. Liever regelmatig een kleine gift dan één keer veel.

Controleer je planten regelmatig op slakken, luizen of valse meeldauw. Slakken kun je vangen met een val of met koperen ringen rond je bed. Valse meeldauw herken je aan gele vlekken op het blad, gevolgd door een grijzig schimmelpluis. Zorg bij aantasting voor betere luchtcirculatie of zaai resistent ras.

Spinazie oogsten

Stap 6, Spinazie oogsten

Je kunt spinazie oogsten zodra de bladeren groot genoeg zijn om te eten, meestal vijf tot zeven weken na het zaaien. Oogst door de buitenste bladeren los te knippen of snij de hele plant vlak boven de grond af. Soms loopt de plant dan opnieuw uit.

Oogst bij voorkeur ’s ochtends of op een koele dag, dan zijn de bladeren het meest sappig. Bewaar ze direct koel, want spinazie verlept snel. Als je slim zaait met tussenpozen van een paar weken, kun je bijna het hele voorjaar of najaar verse spinazie oogsten.

Hoe spinazie bewaren

Verse spinazie bewaar je het best in een vochtige doek in de groentelade van de koelkast. Zo blijft het tot drie dagen goed. Je kunt de blaadjes ook wassen, goed drogen en invriezen. Blancheer ze dan eerst kort (twee minuten), koel ze snel af in koud water en vries ze daarna direct in.

In de vriezer is spinazie tot twaalf maanden houdbaar. Inmaken in potten is ook een optie, al verandert de smaak en structuur wel iets. Gebruik daarbij schoongeweckte potten en voeg eventueel wat citroensap of zout toe om de houdbaarheid te verlengen. In een goed gesloten pot blijft spinazie enkele maanden goed in een koele kelder of voorraadkast.

Als je spinazie vacuüm verpakt en daarna invriest, blijft het vaak zelfs tot achttien maanden goed, zonder kwaliteitsverlies. Let er wel op dat je geen rauwe spinazie vacuüm in een pot laat fermenteren, dat kan bacteriegroei veroorzaken. Eerst blancheren is dus belangrijk.

Conclusie

Spinazie kweken is dankbaar werk. Het is snel, het kan op kleine schaal, en het levert een van de meest veelzijdige bladgroenten op die je in de keuken kunt gebruiken. Door goed te letten op de timing van het zaaien, de verzorging van de bodem en de juiste combinaties met andere groenten, haal je het meeste uit je moestuin. Oogst regelmatig en bewaar het slim, dan kun je er nog wekenlang van genieten.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel, een man wiens naam alleen al klinkt als een verhaal op zich, is niet zomaar een culinaire liefhebber, maar een doorgewinterde kenner van alles wat groeit, bloeit en uiteindelijk op het bord belandt. Met ruim 15 jaar ervaring in de culinaire wereld en een diepgewortelde liefde voor pure ingrediënten, weet hij dat echt gezond eten niet begint in de keuken, maar in de grond. Hij heeft niet alleen een passie voor koken, maar ook voor de oorsprong van zijn ingrediënten. Zelf groenten, fruit en kruiden telen is voor hem geen luxe, maar een noodzaak, een manier om controle te houden over wat er op het bord komt. Zijn verleden als groenteboer heeft hem niet alleen een scherp oog voor versheid en kwaliteit opgeleverd, maar ook een instinct voor duurzaamheid, een zeldzame combinatie die hij moeiteloos verweeft met zijn nuchtere, no-nonsense benadering van koken.

Zijn missie? Simpel: mensen inspireren om gezonder te eten, bewuster te telen en slimmer om te gaan met wat de aarde ons geeft. Want een moestuin is geen luxe, geen hobby voor de zondagmiddag, maar een kleine revolutie op zichzelf. En wie het goed aanpakt, kan daar niet alleen van eten, maar ook van leren, elke dag opnieuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *